Technische gegevens
Vacuümpomp
Netspanning
Opgenomen vemogen
Vacuüm buffer
Vacuüm graad
Luchtstroom
Afmetingen (L x B x H)
Gewicht
Bestanddelen van de machine
1 Ontluchtingsaansluiting
2 Filterdeksel
3 Vacuümmeter
4 Slangklem
5 Aanzuigslang
6 Snelkoppeling
7 Vloeistofopvangreservoir met vlotterkogel
8 Netstekker
9 Frame
10 Spilmoer
*
11 Montageset
*
12 Bevestigingsschroef vacuümset
13 Aansluiting voor vacuümpomp
14 Beluchtingskraan
*
15 Vacuüm afdichtring
16 Manometer vacuümset
17 Aan/Uit-schakelaar
*In de gebruiksaanwijzing afgebeeld en beschreven toebehoren
wordt niet altijd standaard meegeleverd.
Verklaring van de symbolen
De onderstaande definities beschrijven het veiligheids-
niveau voor iedere waarschuwing. Lees de bedie-
ningshandleiding zorgvuldig door en let op deze
symbolen.
GEVAAR
Wijst op een dreigende gevaarlijke situatie
die, als deze niet wordt vermeden, zal lei-
den tot een ongeval met dodelijke afloop of
ernstige verwondingen.
Volt ∼
220/240
Watt
380
cc
2.500
mm/HG
600
L/min
128-135
cm
47 x 25 x 42
kg
13,5
*
*
*
*
WAARSCHUWING
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie
die, als deze niet wordt vermeden, zou kun-
nen leiden tot een ongeval met dodelijke
afloop of ernstige verwondingen.
VOORZICHTIG
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie
die, als deze niet wordt vermeden, zou kun-
nen leiden tot lichte tot ernstiger verwondin-
gen.
OPMERKING
Geeft een handeling aan waarbij geen
sprake zal zijn van persoonlijk letsel maar
die, als deze niet wordt vermeden, kan lei-
den tot materiële schade.
Voor de ingebruikneming
Controleer of de pomp elektrisch is aangesloten
■
op hetzelfde stopcontact van de boormachine en
waarbijk het voltage in overeenstemming is met
de gegevens op de typeplaat.
Controleer of de waterafscheidingspot schoon en
■
leeg is.
Ingebruikneming
Stel de machine horizontaal op. Kantelhoek maxi-
■
maal 10°.
De aanzuigslang 5 bevestigen, vaststeken en
■
bevestig deze met de slangklem 4.
WAARSCHUWING
Boordiameter maximaal 122 mm.
Bevestig de boorstandaard alleen op een
vlak, stabiel en glad oppervlak met de vacu-
umpomp (nooit boven het hoofd). Sluit de
kernboormachine en de vacuümpomp altijd
aan op hetzelfde stopcontact. Vacuümpomp
tijdens werkzaamheden nooit uitschakelen.
Bevestig de vacuümset.
■
Draai de stelschroeven 21 slechts zo ver naar
■
binnen dat de afdichtring 15 niet wordt samen-
geperst.
Stel de boorstandaard af.
■
Bevestig de aanzuigslang aan de aansluiting voor
■
de vacuümpomp 13.
Sluit de beluchtingskraan 14.
■
De snelkoppeling 6 aan het vacuümset van de de
■
boorstandaard aansluiten.
25