Droog ultsluitend wasgoed dat gewassen,
gespoeld en gecentrifugeerd is.
Ook kreukherstellend wasgoed moet véér het
. drogen in het daarvoor bestemde centrifu-
geerprogramma (zie de programmatabel)
gecentrifugeerd worden.
De volgende soorten wasgoed niet in het ap-
paraat doen:
— breigoed van wol of gedeelteliik van wol.
' Kans op vervilten!
- Tere weefsels (zijde, eyietene vitrage).
_Kreukvorming!
— Wasgoed dat schuimrubber of vergelijk-
baar materiaal bevat.
~ Wasgoed dat met brandgevaarlijke oplos-
middelen is behandeld, zoals viekkenwa-
ter, benzine of verfverdunner.
Ontploffingsgevaar! |
- Wasgoed dat restanten haarspray of iets
'
dergelijks bevat. Gasvorming!
— Kletsnat wasgoed. Energieverspilling!
Vuldeur openen
Houat u zich aan de aanwijzingen op biz. 30.
Tijdens het drogen wordt het glas van de
vuldeur heet.
Wees voorzichtig bij het aanraken van de
vuldeur!
Trommel vullen met wasgoed —
Leg zoveel mogelijk wasgoed van dezelfde
'soort in de trommel. Het wasgoed.eventueel
sorteren naar "kastdroog'" of "strijkdroog".
Gegevens over de hoeveelheid wasgoed
voor de verschillende droogprogramma's
vinat u in de programmatabel. Houdi u zich °
altiid aan deze hoeveeiheden.
Tijdens het drogen mogen zich geen do-
seerbolletjes e.d. in het apparaat bevinden.:
Vuldeur sluiten
Houdt u zich aan de aanwijzingen op biz 30.
36
Programmakeuze/inschakelen van het
'apparaat
Let op de droogsymbolen In het wasgoed.
De symbolen betekenen:
= drogen op een normale temperatuur.
Kies programma 1 voor katoen, pro-
gramma 2 voor kreukhersteliend.
;
= Drogen op éen lagere temperatuur.
Kies programma 2 voor katoen, pro-
gramma 3 voor. kreukherstellend.
; & = niet machinaal drogen.
Programmakiezer (1) op het gewenste droog-
programma zetten. De droogtijdkiezer (2) op
de benodigde droogtijd zetten (zie de pro-
grammatabel). U kunt de droogtijd langer of
korter instellen — afhankelijk van de hoeveel-
heid wasgoed en de vochtigheid van 'het
wasgoed. Stel bij minder wasgoed een kor-
tere tijd in, bij vochtiger wasgoed een Jangere
tijd. Kies geen te lange droogtijden, om te
voorkomen dat het wasgoed te droog worct.
Hierdoor kan het wasgoed krimpen of kreu-
ken. Bovendien verbruikt u.onnodig energie.
-Starten van het programma
' Start-/snelgangtoets (3) 1 - 2. seconden in-
drukken. Tijdens het vergrendelen van de
deur (ca. 10 seconden) knippert de LED "vul-
deur openen" (14). Hierna start het pro-
gramma. Afhankelijk van de gekozen droog-
tijd brandt een LED op de
droogtijdverloop-indicatie (12).
Door de toets "starttijd programmeren'" (4) in
te drukken kunt u-het programma 6 uur later
laten. starten.
Attentie:
Ook tijdens het drogen moet de kraan geo-
pend zijn.