Kinderkraft XPAND 2 i-Size Manual De Uso página 54

Ocultar thumbs Ver también para XPAND 2 i-Size:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 31
5.2 Montage van autostoeltje naar voren gericht, voor kinderen van 100 tot 150 cm lang
(ongeveer 3,5 tot 12 jaar) met de 3-punts veiligheidsgordel van het voertuig.
BELANGRIJK De handleiding van de auto geeft de positie van de bevestigingspunten en andere
informatie die nodig is om het autostoeltje in de auto te monteren. De gebruiker MOET de
handleiding van het voertuig doorlezen.
• Stel de hoofdsteun in op de lengte van het kind (zie punt 6.0)
• Plaats het kinderautostoeltje op de autostoel. Zorg ervoor dat de rugleuning van het
kinderautostoeltje plat tegen de rugleuning van de autostoel rust (zie punt 6.1).
• Leid de schoudergordel door de groene geleider (5) onder de hoofdsteun (fig. B.4a).
• Plaats het kind in het autostoeltje en geleid de autogordel voor het kind. Maak de
autogordel vast in de gesp, je hoort dan een karakteristieke "klik" (fig. B.4b).
• De heupgordel moet door de heupgordelgeleiders (6) onder de armleuningen worden
geplaatst. De schouderriem komt onder de armleuning (3) (fig. B.4c).
Span de autogordel aan door eerst aan het heupgordelgedeelte en vervolgens aan het
schoudergordelgedeelte te trekken. Zorg ervoor dat de heupgordel zo laag mogelijk over de
heupen van het kind is gespannen, zodat hij in de geleiders past en met een gesp wordt
vastgemaakt (fig.B.5a). De schouderriem moet tussen de schouder en de nek van het kind
lopen. Zorg ervoor dat de gordel niet op de nek van het kind drukt of van de schouder glijdt
(fig. B.5b).
5.3 Verwijderen van de autostoel (ISOFIX-verankeringssysteem)
• Druk tegelijkertijd op de Isofix ontgrendelingsknoppen (10) op beide Isofix
verbindingsarmen (9). Wanneer de vergrendelingen zijn losgelaten en de kleur van de
markeringen rood wordt, schuif je het autostoeltje uit de Isofix-geleiders (fig. B.6). De
autostoel is verwijderd van het ISOFIX-verankeringssysteem. Je kunt de ISOFIX-armen (9)
terug in de stoelbasis schuiven.
6.0 Hoofdsteunhoogte
Een correct geplaatste hoofdsteun zorgt voor een optimale positionering van het
schoudergedeelte van de autogordel en biedt je kind bescherming en comfort. De hoofdsteun
moet iets boven de schouders van het kind worden geplaatst: zodanig dat de gordel tussen
de schouder en de nek van het kind doorloopt (door het midden van het sleutelbeen) (fig.
C.1). De gordel mag niet op de nek van het kind drukken of van de schouder glijden.
• Pak de hendel voor hoofdsteunverstelling (7), die zich aan de achterkant van de hoofdsteun
(1) bevindt, vast en trek deze voorzichtig omhoog. De hoofdsteun wordt ontgrendeld (fig. C.2).
• Je kunt nu de hoofdsteun (1) in een van de 15 geselecteerde posities op de gewenste hoogte
instellen (fig. C.3). Zodra de hoogte is ingesteld, laat je de verstelhendel (7) los; de hoofdsteun
zal na een lichte hoogteverstelling naar boven en beneden vergrendelen. Wanneer de
hoofdsteun wordt versteld, worden de rugleuning en de zijkanten van de autostoel breder
om zich aan te passen aan de lengte van het kind.
BELANGRIJK! Controleer of de hoofdsteun van de voertuigstoel vergrendeld is.
54
loading