Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
5. Als er geen tijd is ingesteld, werkt het apparaat non-stop. De tijdweergave [2] geeft de temperatuur
weer.
6. Wacht tot de temperatuur is gestabiliseerd.
7. Zodra de ingestelde tijd is afgeteld tot nul, geeft de tijdsweergave [2] "Einde" aan en piept het apparaat
gedurende 30 seconden.
8. Om de werking van het apparaat te herhalen met de eerder ingevoerde temperatuur- en
tijdinstellingen, houdt u knop [8] 3 seconden ingedrukt.
9. Als de temperatuur de ingestelde temperatuur overschrijdt, piept het apparaat en gaat het
indicatielampje [5] branden. Wanneer een instelling wordt gewijzigd, stopt het apparaat met piepen, maar
blijft het indicatielampje [5] branden.
* Druk op een willekeurige knop om het alarmgeluid te dempen.
10. Nadat het werk is voltooid, verwijdert u de monsters, zet u de schakelaar in de "O"-positie en koppelt u
het apparaat los van de stroombron.
3.3.1.
Automatische PID-regeling
• De PID-routine van het apparaat is ontworpen om regelfouten te elimineren door een groep
parameterinstellingen te lezen (proportioneel, integraal en differentieel); Wanneer de automatische PID-
regeling is voltooid, slaat het apparaat de parameterinstellingswaarden op en keert terug naar de normale
bedrijfsmodus.
• Wanneer de temperatuurinstelling wordt overschreden door de werkelijke temperatuur, piept het
apparaat niet en gaat het indicatielampje [5] niet branden; het thermische relais van het apparaat schakelt
automatisch uit om de voedingsspanning af te sluiten.
• Ongeacht de ingevoerde parameterinstellingen blijft de tijdweergave [2] de temperatuurwaarde
weergeven.
1. Terwijl het apparaat niet draait, houdt u knop [7] 6 seconden ingedrukt. De "AT"-indicator [3] begint te
knipperen (en gaat uit zodra de automatische PID-regeling eindigt).
2. Wanneer de automatische PID-regeling is voltooid, slaat het apparaat automatisch de
parameterinstellingen op en keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
3. Om het automatische PID-regelproces te stoppen, houdt u knop [7] gedurende 6 seconden ingedrukt.
3.4.
Reiniging en onderhoud
a)
Haal de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat volledig afkoelen voor elke reiniging, afstelling
of vervanging van accessoires, of als het apparaat niet wordt gebruikt.
b)
Gebruik alleen niet-corrosieve reinigingsmiddelen om het oppervlak te reinigen.
c)
Na het reinigen van het apparaat moeten alle onderdelen volledig worden gedroogd alvorens het
opnieuw te gebruiken.
d)
Bewaar het toestel op een droge, koele plaats, vrij van vocht en directe blootstelling aan zonlicht.
e)
Spuit het apparaat niet af met een waterstraal en dompel het niet onder in water.
f)
Zorg dat er geen water in het apparaat komt via openingen in de behuizing van het apparaat.
g)
Maak de ventilatieopeningen schoon met een borstel en perslucht.
h)
Het apparaat moet regelmatig worden geïnspecteerd om de technische doeltreffendheid ervan te
controleren en eventuele schade op te sporen.
i)
Gebruik voor reinigen een zachte, vochtige doek.
j)
Gebruik voor het schoonmaken geen scherpe en/of metalen voorwerpen (bijv. een staalborstel of een
metalen spatel) omdat deze het oppervlaktemateriaal van het apparaat kunnen beschadigen.
k)
Reinig het apparaat niet met een zure substantie, middelen voor medische doeleinden, verdunners,
brandstof, olie of andere chemische stoffen, omdat dit het apparaat kan beschadigen.
VERWIJDERING VAN GEBRUIKTE APPARATEN:
Gooi dit apparaat niet in gemeentelijke afvalsystemen. Lever het in bij een recycling- en verzamelpunt voor
elektrische apparaten. Controleer het symbool op het product, de gebruiksaanwijzing en de verpakking. De
kunststoffen die voor de bouw van het apparaat zijn gebruikt, kunnen overeenkomstig hun markering
worden gerecycleerd. Door te kiezen voor recycling levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming
van het milieu.
Neem contact op met plaatselijke autoriteiten voor informatie over plaatselijke recycling.
NL
