137
Deutsch
OPTIONALES ZUBEHÖR
QUICKFIT (Art.Nr. L0100300)
Schnellanschluss für den Gerätewechsel ohne Werkzeugbedarf. Für die
Montage siehe Kapitel "ZUSAMMENBAU DES EINACHSSCHLEPPERS MIT
MÄHBALKEN" und "ZUSAMMENBAU DES EINACHSSCHLEPPERS MIT
FRÄSE".
Hinweis: Bei Ausstattung des Einachsschleppers mit geflanschter Fräse
ist zur Verwendung der anderen Arbeitsgeräte der Quickfit-Anschluss
erforderlich (Abb.133).
ACHTUNG: Bei Ausstattung des Einachsschleppers mit 60 cm Fräse
ist zur Verwendung der anderen Arbeitsgeräte der Adapter Art.Nr.
L0038100 erforderlich (Abb.134).
GUMMIBEREIFUNG (Art.Nr.69209004A, Art.Nr.69209025A, Art.
Nr.69209003A und Art.Nr.69309012)
Für die Montage der Gummibereifung siehe Kapitel "ZUSAMMENBAU
DES EINACHSSCHLEPPERS MIT MÄHBALKEN" und "ZUSAMMENBAU DES
EINACHSSCHLEPPERS MIT FRÄSE".
ACHTUNG: Verwenden Sie ausschließlich werkseitig zugelassene
Räder. Räder mit einem von der Werksgenehmigung abweichenden
Durchmesser können die Stabilität der Maschine beeinträchtigen.
METALLRÄDER (Art.Nr.L0756011 und Art.Nr.L0042200)
Sie verbessern die Haftung des Einachsschleppers auf hartem
Untergrund.
Demontieren Sie die gummibereiften Räder und montieren Sie
stattdessen die Metallräder mit den 4 Schrauben (G, Abb.135).
ACHTUNG: Die Lauffläche des Metallrads muss in Fahrtrichtung
weisen (A), siehe Abbildung 135.
ZUSATZRING FÜR METALLRADVERBREITERUNG (Art.Nr.L0756070
und Art.Nr.L0040100)
Hiermit kann die Spur der Metallräder verbreitert werden.
Montieren Sie den Zusatzring (B, Abb.136) am Metallrad mit den im
Lieferumfang dieses Zubehörs enthaltenen Schrauben, Unterlegscheiben
und Muttern (C, Abb.136).
ADAPTER FÜR SPURVERBREITERUNG (Art.Nr.69200025)
Verbessert die Stabilität des Einachsschleppers bei Einsatz an Hängen und
Steigungen durch Verbreiterung der Spur.
Demontieren Sie das gummibereifte Rad. Befestigen Sie den Adapter
(L) mit den 4 Schrauben (G, Abb.137) an der Nabe. Montieren Sie die
gummibereiften oder Metallräder an die Adapter mit den im Lieferumfang
dieses Zubehörs enthaltenen Schrauben, Unterlegscheiben und Muttern
(H, Abb.137).
Español
ACCESORIOS OPCIONALES
QUICKFIT (cód. L0100300)
Sistema de enganche rápido que permite cambiar los aperos sin
herramientas. Para la colocación, vea los capítulos "MONTAJE DE LA
BARRA SEGADORA EN EL MOTOCULTIVADOR" y "MONTAJE DE LA FRESA
EN EL MOTOCULTIVADOR".
Nota: Si el motocultivador está dotado de fresa con brida, para montar
otros accesorios de trabajo se debe utilizar el Quickfit (Fig. 133).
ATENCIÓN: Si el motocultivador está dotado de fresa de 60 cm, para
montar otros accesorios de trabajo se debe utilizar el espaciador
cód. L0038100 (Fig. 134).
RUEDAS DE GOMA (códs. 69209004A, 69209025A, 69209003A y
69309012)
Para colocar las ruedas de goma, vea los capítulos "MONTAJE DE LA
BARRA SEGADORA EN EL MOTOCULTIVADOR" y "MONTAJE DE LA FRESA
EN EL MOTOCULTIVADOR".
ATENCIÓN: Utilice solo ruedas homologadas por el fabricante. Las
ruedas con un diámetro distinto del que tienen las homologadas
pueden comprometer la estabilidad de la máquina.
RUEDAS METÁLICAS (códs. L0756011 y L0042200)
Mejoran el agarre del motocultivador en superficies duras.
Desmonte las ruedas de goma y monte las ruedas metálicas con los
cuatro tornillos (G, Fig. 135).
ATENCIÓN: El dibujo de la banda de rodadura de la rueda metálica
debe apuntar hacia el sentido de marcha (A, Fig. 135).
ANILLO AMPLIADOR DE RUEDAS METÁLICAS (códs. L0756070 y
L0040100)
Aumentan el ancho de vía de las ruedas metálicas.
Monte el anillo ampliador (B, Fig. 136) en la rueda metálica con los
tornillos, arandelas y tuercas (C, Fig. 136) que se suministran con el
accesorio.
ESPACIADOR DE RUEDAS PARA ENSANCHAR LA VÍA (cód. 69200025)
Aumenta el ancho de vía para mejorar la estabilidad del motocultivador
en zonas montañosas.
Desmonte la rueda de goma. Fije al cubo el espaciador (L) con los cuatro
tornillos (G, Fig. 137). Monte las ruedas de goma o metálicas sobre los
espaciadores con los tornillos, arandelas y tuercas (H, Fig. 137) que se
suministran con el accesorio.
Nederlands
OPTIONEEL TOEBEHOREN
QUICKFIT (code L0100300)
Snelkoppelingssysteem waarmee de bediener zonder hulp van sleutels
de werktuigen kan verwisselen. Zie voor de montage de hoofdstukken
'ASSEMBLAGE MOTORPLOEG MET MAAIBALK' en 'ASSEMBLAGE
MOTORPLOEG MET FREES' .
Opmerking: Als de motorploeg voorzien is van een frees met flens, dan
hebt u de quickfit nodig om andere accessoires te kunnen gebruiken (afb.
133).
LET OP: Als de motorploeg voorzien is van een frees van 60 cm, dan
hebt u de afstandhouder nodig om andere accessoires te kunnen
gebruiken code L0038100 (afb.134).
RUBBEREN WIELEN (code 69209004A, code 69209025A, code
69209003A en code 69309012)
Zie voor de montage van de rubberen wielen de hoofdstukken
'ASSEMBLAGE MOTORPLOEG MET MAAIBALK' en 'ASSEMBLAGE
MOTORPLOEG MET FREES' .
LET OP: Gebruik alleen wielen die door de fabriek goedgekeurd
zijn. Wielen met een andere diameter dan de goedgekeurde wielen
kunnen een negatieve invloed hebben op de stabiliteit van de
machine.
METALEN WIELEN (code L0756011 en code L0042200)
Verbeteren de grip van de motorploeg op harde oppervlakken.
Demonteer de rubber wielen en monteer de metalen wielen met de 4
schroeven (G, afb.135).
LET OP: Het loopvlakprofiel van het metalen wiel moet in de
rijrichting (A) lopen, zie afbeelding 135.
EXTRA RING VOOR VERBREDING METALEN WIELEN (code L0756070
en code L0040100)
Hiermee kan de spoorbreedte van de metalen wielen breder worden
gemaakt.
Monteer de extra ring (B, afb.136) op het metalen wiel met de schroeven,
de sluitringen en de moeren (C, afb.136) die bij het accessoire zijn
geleverd.
AFSTANDHOUDER WIELEN VOOR VERBREDING SPOORBREEDTE
(Code 69200025)
Hiermee kan de stand van de motorploeg worden verbeterd door de
spoorbreedte in heuvel- en bergachtig landschap te verbreden.
Demonteer het rubberen wiel. Bevestig het afstandsstuk (L) op de naaf
met de 4 schroeven (G, afb.137). Monteer de rubberen wielen of de
metalen wielen op de afstandhouders met de schroeven, de sluitringen
en de moeren (H, afb.137) die bij het accessoire zijn geleverd.
83
