knop INPUT LEVEL
Met deze knop worden de ingangsniveaus van het linker en
rechter ingangskanaal tegelijkertijd ingesteld.
Als deze
knop rechtsom
wordt
gedraaid,
nemen
de
ingangsniveaus toe.
() knop DEFEAT
Als deze knop wordt ingedrukt, wordt de krasonderdrukking
uitgeschakeld
en wordt
de ingangsbron
precies zo
weergegeven als zij wordt toegevoerd.
knop OUTPUT FILTER
Als deze knop wordt ingedrukt, gaat het indicatielampje
branden en wordt het uitgangsfilter geactiveerd. Dit filter is
zeer doeltreffend bij gebruik van een geluidsbron die veel
ruis bevat.
wD) knoppen SUPPRESSION LEVEL UP/DOWN
Met deze knoppen
kan het krasdetectieniveau
worden
aangepast aan de staat (diepte, breedte) van de krassen op
de plaat.
UP:
Bij een grote of diepe kras, deze knop indrukken
totdat een goed onderdrukkingseffect verkregen
wordt.
Bij een
kleine of ondiepe
kras, deze knop
indrukken totdat een goed 'onderdrukkingseffect
verkregen wordt.
Als deze knoppen tegelijk worden
ingedrukt,
wordt het standaard onderdrukkingsniveau, dat
met
de
middenstand
overeenkomt,
weer
ingesteld.
* Het apparaat heeft een geheugen
waarin
het laatst
ingestelde onderdrukkingsniveau bewaard wordt, zelfs als
het apparaat wordt uitgezet.
DOWN:
UP/DOWN:
(2 knoppen INPUT SELECTOR 1/2
Druk op knop 1 of 2 om de analoge ingangsbron te kiezen
die op ANALOGUE INPUT 1 of 2 is aangesloten.
(3 knop BALANCE
Deze
knop
wordt
gebruikt
om
de
balans
van
een
ingangsbron te corrigeren of om het ingangsniveau van één
kanaal te variéren. Als BALANCE
in de uiterst rechtse of
uiterst linkse stand wordt gedraaid, komt er uit een van de
luidsprekers geen geluid.
16
BEDIENING
Draai INPUT LEVEL in de stand "0" en druk op POWER
om
het apparaat aan te zetten.
(1) Bediening wanneer de geluidsbron een
langspeeiplaat is
1) Druk op INPUT SELECTOR
1 of 2 om een aangesloten
analoge ingangsbron te kiezen.
2) Speel de plaat af op een analoge platenspeler.
Vergeet
niet een grammofoon-voorversterker tussen de analoge
platenspeler en dit apparaat aan te sluiten.
3) Stel met INPUT LEVEL het ingangsniveau 26 in dat beide
PEAK LEVEL-indicatielampjes groen oplichten.
Vervormd
Goed
Licht vervormd
Groen
Oranje
Rood
4) Als er diepe of grote krassen op de plaat zitten, moet u
SUPPRESSION
LEVEL UP indrukken totdat een goed
onderdrukkingseffect verkregen worct.
Als er kleine of ondiepe krassen op de plaat zitten, moet u
SUPPRESSION
LEVEL DOWN indrukken totdat een goed
onderdrukkingseffect verkregen wordt.
5) Druk op OUTPUT FILTER als de plaat veel ruis bevat die
het gevolg is van een slechte opname.
6) Druk op DEFEAT als u naar het originele geluid van de
plaat wilt luisteren. Als u nogmaals op DEFEAT drukt,
wordt de krasruisonderdrukking weer ingeschakeld.
Opmerkingen
e Een analoge platenspeler kan niet rechtstreeks
op dit
apparaat
worden
aangesloten.
Sluit
een
analoge
platenspeler altijd aan via een grammofoon-voorversterker.
e Draai het uitgangsvolume van de platenspeler dicht
voordat u het opneemelement vervangt of de naald op de
plaat zet.
e Plaats de platenspeler niet in de buurt van een luidspreker.
Dit kan een jankend geluid veroorzaken, waardoor het
luistervolume niet meer verhoogd kan worden.
e Als u de gointegreerde versterker
als grammofoon-
voorversterker gebruikt (d.w.z. als u de platenspeler op de
geintogreerde versterker hebt aangesloten), sluit dan de
uitgangen PROCESSOR of TAPE van de versterker aan op
de analoge ingangen van de SX-72.
Sluit de analoge uitgangen van de SX-72 aan op de
ingangen PROCESSOR
of TAPE van de versterker. Druk
TAPE of PROCESSOR in om via de SX-72 te luisteren.
(2) Bediening wanneer de geluidsbron een CD-speler of
cassettedeck is
Het verschil met (1) ligt enkel in de ingangsbron. Sluit de CD-
speler of het compact-cassettedeck
rechtstreeks
op
ANALOGUE
INPUT 1 of 2 aan. De bediening is verder gelijk
aan de situatie waarin de geluidsbron een platenspeler is.