gekozen, voor een correcte en optimale werking.
Prestatie-index van de batterij
1. Capaciteit: Vertegenwoordigt de hoeveelheid energie bij maximaal
vermogen, samengesteld uit de ontlaadstroom vermenigvuldigd met de
ontlaadtijd.
Capaciteit = ontlaadstroom (I) x ontlaadtijd (H)
2. Ontladingssnelheid: Vertegenwoordigt de snelheid van elke ontlaadstroom
per specifieke tijd
3. Ontlaadstroom: De ontlaadstroom is de uitgangsstroom.
Het wordt meestal uitgedrukt in ampère of volume vermenigvuldigd met een
coëfficiënt.
4. Eindontladingsspanning: Vertegenwoordigt de spanning wanneer de
batterij niet ontladen is. Het is meestal ongeveer 1,75V / cel
5. Nominale capaciteit: Vertegenwoordigt de capaciteit na 20 uur lossen.
6. Zelfontladingssnelheid: de batterij wordt ontladen, ook als deze niet wordt
gebruikt. De eenheid is C / eenheid.
De juiste batterij kiezen
Omdat omvormers tijdens het gebruik sterke stroom nodig hebben, zijn de
maximale capaciteit en stroom van de batterij factoren die het rendement
bepalen waarmee de omvormer werkt (50% - 100%).
Deze factoren kunnen ook de batterij beschadigen.
De opslagcapaciteit van de batterij is afhankelijk van de maximale
ontlaadstroom:
Maximale ontlaadstroom = nominaal vermogen / (opslagspanningx0,85)
Accu-opslagcapaciteit = gemiddelde ontlaadstroom ontlaadtijd
Voorbeeld:
PNI SP1000W heeft een nominaal vermogen van 1000W, 12V
ingangsspanning:
Gemiddelde ontlaadstroom = 1000 / (12x0.85) = 98A
Indien 2 uur aangehouden:
Accu-opslagcapaciteit = 98x2 = 196 Ah
Kies een accu met een capaciteit groter dan 196 Ah.
Handleiding
74