worden geschoven.
•
Na het opschuiven van de extra handgreep
(8) zwenkt u die naar de werkpositie die voor
het aangenaamst is.
•
Draai dan de handgreep in tegengestelde
draairichting terug dicht tot de extra hand-
greep vast zit.
•
De extra handgreep (8) is zowel voor rechts-
handigen als ook voor linkshandigen geschi-
kt.
5.2 Diepteaanslag monteren en afstellen
(fi g. 4, pos. 2)
De diepteaanslag (2) wordt door de extra
handgreep (8) dankzij een kleminrichting vast-
gehouden. De kleminrichting wordt losgezet of
aangehaald door de handgreep te draaien.
•
Draai de kleminrichting los en zet de dieptea-
anslag (2) de uitsparing van de extra hand-
greep in die ervoor is voorzien.
•
Breng de diepteaanslag (2) op het zelfde ni-
veau t.o.v. de boor.
•
Trek de diepteaanslag met de gewenste boor-
diepte terug.
•
Draai de greep van de extra handgreep (8)
terug dicht tot hij vastzit.
•
Boor dan het gat tot de diepteaanslag (2) het
werkstuk raakt.
5.3 Inzetten van de boor (fi g. 5)
•
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcon-
tact voordat u het gereedschap anders afstelt.
•
De snelspanboorhouder (1) is voorzien van
een arreteersluiting:
vergrendelen = huls (a) naar voren drukken
ontgrendelen = huls (a) naar achteren druk-
ken
•
Diepteaanslag loszetten zoals beschreven
onder 5.2 en naar de extra handgreep toe
schuiven. Zodoende hebt u toegang tot de
boorhouder (1).
•
Deze klopboormachine is voorzien van een
snelspanboorhouder (1).
•
Draai de boorhouder (1) open. De boorope-
ning moet groot genoeg zijn om de boor op
te nemen.
•
Kies een gepaste boor. Schuif de boor zo ver
mogelijk de boorhouderopening in.
•
Draai de boorhouder (1) dicht. Controleer of
de boor in de boorhouder (1) vast zit.
•
Controleer regelmatig of de boor of het ge-
reedschap goed vast zit (netstekker uit het
stopcontact verwijderen!).
Anleitung_TC_ID_720_1_E_SPK2.indb 36
Anleitung_TC_ID_720_1_E_SPK2.indb 36
NL
6. Bediening
6.1 AAN/UIT-schakelaar (fi g. 6, pos. 5)
•
Zet eerst een gepaste boor het gereedschap
in (zie 5.3).
•
Sluit de netstekker aan op een gepast stop-
contact.
•
Zet de boormachine rechtstreeks op de
plaats aan waar u wilt boren.
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar (5) indrukken
Continubedrijf:
AAN/UIT-schakelaar (5) indrukken en borgen
d.m.v. de vastzetknop (4).
Uitzetten:
De AAN-/UIT-schakelaar (5) kort indrukken.
6.2 Toerental afstellen (fi g. 6, pos. 5)
•
U kan het toerental tijdens het bedrijf traploos
regelen.
•
U kiest het toerental door de AAN/UIT-scha-
kelaar (5) meer of min hard in te drukken.
•
Kiezen van het juiste toerental: Het best
geschikte toerental is afhankelijk van het
werkstuk, van de werkmodus en van de inge-
zette boor.
•
AAN/UIT-schakelaar (5) minder hard inge-
drukt: lager toerental (geschikt voor: kleine
schroeven, zachte materialen)
•
AAN/UIT-schakelaar (5) harder ingedrukt:
hoger toerental (geschikt voor: grote/lange
schroeven, harde materialen)
Hint: boor de boorgaten met een laag toerental
aan. Verhoog dan het toerental geleidelijk aan.
Voordelen:
•
De boor is bij het aanboren gemakkelijker te
controleren en glijdt niet weg.
•
U voorkomt verbrijzelde boorgaten (b.v. bij
tegels).
6.3 Vooraf instellen van het toerental (fi g. 6,
pos. 6)
•
De toerentalafstelring (6) maakt het mogelijk
het maximumtoerental vast te leggen. De
AAN/UIT-schakelaar (5) kan enkel nog tot het
vooraf ingestelde maximumtoerental worden
ingedrukt.
•
Stel het toerental af d.m.v. de afstelring (6) in
de AAN/UIT-schakelaar (5).
- 36 -
31.01.2019 14:09:56
31.01.2019 14:09:56