Tallas Pumps 650 Instrucciones De Instalación Y Mantenimiento página 51

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 17
Gewicht
4. BEHEER
4.1 Opslag
Alle pompen moeten worden opgeslagen in een overdekte, droge ruimte met een zo mogelijk constante luchtvochtigheid, zonder trillingen en stof.
Ze worden geleverd in hun oorspronkelijke verpakking, waarin ze tot aan het moment van installatie moeten blijven.
4.2 Transport
Voorkom dat er onnodig tegen de producten wordt gestoten en
4.3 Gewicht en afmetingen
De sticker aangebracht op de verpakking vermeldt het totaalgewicht en de afmetingen van de elektropomp.
5. WAARSCHUWINGEN
- De pompen mogen niet worden verplaatst, worden opgeheven of werken terwijl ze opgehangen zijn aan de
voedingskabel. Gebruik hiervoor enkel het specifiek handvat of het bijgeleverde touw.
- Als de pomp geen ondersteuning heeft kan hij het gewicht van de leidingen niet dragen; dit gewicht moet derhalve op
een andere manier worden ondersteund.
De pomp mag nooit droog draaien.
• De afdichting bevat een niet-giftig smeermiddel, dat echter de eigenschappen van het water kan aantasten (als het gaat om zuiver water) in
het geval dat de pomp zou lekken.
6. INSTALLATIE
Draai de in de verpakking bijgeleverde buisnippel vast met de aansluiting geschikt voor buizen met afmetingen ¾'' en 1''. Indien men een buis
wenst te gebruiken met grotere diameter, dan moet de aansluiting worden vervangen. Gebruik tevens een klemring om de buis te bevestigen aan
de aansluiting. Afbeelding.1
• Gebruik best buizen met een interne diameter van minstens ¾'' mm, om de vermindering van de pompprestaties te vermijden.
Om de verstopping van de aanzuigopeningen te vermijden moet men regelmatig controleren dat er geen vuil accumuleert (bladeren, zand,
enz.) in de opvangtank. Houd minstens een afstand van 20 cm om te vermijden dat het aanzuigrooster verstopt wordt (Afbeelding 2)
• Steek de stekker van de voedingskabel in een stopcontact met de elektrische kenmerken (spanning en frequentie) die op het gegevensplaatje
van het product staan.
Schakel de pomp uitsluitend aan wanneer hij ondergedompeld zit in het water met een dompeldiepte van minstens 12 cm. Indien er geen
water meer is, dient de pomp onmiddellijk uitgeschakeld te worden door de stekker uit het stopcontact te halen.
De pomp moet stabiel staan in een opvangtank of in ieder geval op het laagste punt van de ruimte van installatie.
De opvangtank moet de volgende minimale afmetingen hebben:
Min. afmetingen basis min. (mm) 170x170 / min. hoogte (mm) 800 Afbeelding 2
• De afmetingen van de tank moeten steeds in verhouding zijn met de hoeveelheid aangevoerd water en het pompdebiet, zodat de motor niet
te vaak moet opstarten per uur. Het wordt strikt aanbevolen om niet meer dan 20 keer op te starten per uur.
De pomp moet worden geïnstalleerd in verticale positie!
7. ELEKTRISCHE AANSLUITING
De lengte van de voedingskabel die op de pomp aanwezig is beperkt de maximale dompeldiepte bij het gebruik van de pomp
zelf. Respecteer de aanduidingen op het typeplaatje en in deze handleiding, tabel 3.
8. STARTEN
De elektronica bestuurt automatisch het aan- en uitschakelen (ON/OFF) van de pomp in functie van de waterbehoefte van de gebruiker.
De elektronica beschermt de pomp tegen droogdraaien.
• Aanzuigfase: in de aanzuigfase doet de pomp vier pogingen van 30" (motor ON) met daartussen een pauze van 3" (motor OFF). Indien er
geen water is, stopt de pomp een uur en doet daarna een nieuwe aanzuigpo-ging. Als deze poging mislukt, zal de pauze 5 uur duren, waarna
de pomp elke 24 uur opnieuw een aanzuigpo-ging uitvoert tot het waterpeil voldoende is om normale werking mogelijk te maken.
Normale Werking Als bij normale werking voor een periode van 40 seconden het waterverbruik minder is dan de minimumwateropbrengst,
komt de pomp in alarm en stopt 1 uur. Als het waterpeil daarna onvoldoende blijft, komt de pomp de aanzuigfase.
De elektronica beschermt de pomp tegen defecten aan de antiterugslagklep (VNR), die over het algemeen het gevolg zijn van uit vuil of zand
bestaande korstvormingen. De korsten hebben ten gevolge dat de VNR niet kan sluiten; dus blijft de apparatuur werken, ook als er geen water
is. In ons geval stopt de pomp automatisch elk uur; als alles normaal is, bespeurt de gebruiker alleen maar een uiterst kleine drukdaling die slechts
enkele seconden duurt. Als de VNR daarentegen geblokkeerd is, komt de pomp in alarm en kan dan alleen opnieuw in bedrijf worden gesteld,
nadat de oorzaken van de verstopping zijn weggenomen.
9. VOORZORGSMAATREGELEN
BEVRIEZINGSGEVAAR: wanneer de pomp buiten werking blijft bij een temperatuur lager dan 0°C, moet men er voor zorgen dat er geen
waterresten in de pomp kunnen bevriezen, waardoor er barsten zouden kunnen ontstaan in de plastic onderdelen.
Indien de pomp werd gebruikt met vloeistoffen die neerslaan of met bleekwater, dan moet ze na gebruik worden gespoeld met behulp van een
krachtige waterstraal, om neerslag- of korstvorming te vermijden, wat zou leiden tot de vermindering van de pompprestaties.
Isolatieklasse
Temperatuurrange vloeistof [°C]
EN 60335-2-41 voor huishoudelijk gebruik
Max. afmetingen deeltjes [mm]
Max. omgevingstemperatuur [°C]
DNM GAS
Netto/brutogewicht [kg]
NEDERLANDS
volgens
Tabel 3
gebotst.
47
F
0 °C / +35 °C
Ø 1
+40 °C
1'' F
8.5 / 9.5
F
0 °C / +35 °C
Ø 1
+40 °C
1'' F
10 / 11
loading

Este manual también es adecuado para:

900