Gebruik het product niet om warme
vloeistoffen of andere ingrediënten (boven
50 °C) te verwerken. Het product is alleen
bedoeld voor het blenden van zacht fruit/
zachte groenten en koude ingrediënten.
Plaats de motoreenheid (F) of de beker (J)
niet in een magnetron.
Gebruik het product niet als de beker leeg is.
Als u dit doet, stopt het product automatisch
na 3 seconden en gaat het blauwe
indicatielampje (C) branden.
Stop de beker (J) niet te vol. Als de motor
sputtert, dient u het product onmiddellijk
uit te schakelen en de motoreenheid (F) voor
ten minste 10 minuten af te laten koelen.
Bereid het fruit en/of de groenten voor door
ze in stukjes te snijden van maximaal 2 cm.
Vul de beker (J) met de voorbereide
ingrediënten. Voeg genoeg drinkwater of
melk toe. Zorg dat u niet meer ingrediënten
toevoegt dan het 'Max. ' niveau (K) op de
beker (J).
Koppel de motoreenheid (F) aan de beker (J)
door deze naar rechts te draaien.
OPMERKING: De blauwe en rode
indicatielampjes (C) knipperen 1 keer als de
onderdelen geplaatst zijn.
Beweeg de schakelaar twee keer (D) om
de blender te starten en schud de blender
tijdens het blenden.
OPMERKING: Het blauwe indicatielampje (C)
brandt tijdens het blenden.
Elke cyclus stopt automatisch na 40
seconden.
OPMERKING: Het blauwe indicatielampje
(C) gaat naderhand uit. Afhankelijk van
de resultaten, wilt u de cyclus mogelijk
nogmaals uitvoeren.
Draai het product 180° en open de beker (J).
44
Als het product geen vermogen meer heeft,
kunt u het opladen met de meegeleverde
USB-kabel. U kunt het product niet
gebruiken tijdens het opladen.
Zodra het indicatielampje blauw gaat
branden, dan is het oplaadproces voltooid.
Reiniging en onderhoud
Reinig het product altijd meteen na gebruik.
Let op: De randen van de messen zijn zeer
scherp. Voorzichtig handelen.
Schakel voor het reinigen de motoreenheid
(F) uit en draai de beker (J) naar links om het
product te demonteren, zodra het mes (H)
volledig is gestopt.
Spoel de binnenkant van de motoreenheid
(F), de afdichtring (G) en het mes (H)
voorzichtig met kraanwater af.
Dompel de motoreenheid (F) nooit onder in
water of andere vloeistoffen.
Verwijder de afdichtring (G), indien nodig,
met iets kleins en bots.
Maak de beker (J) schoon met water.
Plaats de afdichtring (G) terug in de
motoreenheid (F) nadat u deze heeft
gereinigd.
Als u het product een langere periode niet
heeft gebruikt, dient u het op een goed
geventileerde, droge plek te bewaren om te
voorkomen dat de motor wordt aangetast
door vochtigheid.
Reinig het product niet in de vaatwasser.