4.2.6 Aansluitingen voor lucht en water (Afb.G en H)
4.3 BEVEILIGINGS- EN INTERLOCKFUNCTIES
4.3.1 Hoofdschakelaar
van de voedingskabel onder spanning.
Noodwerking
volgende omstandigheden:
4.3.3 Schakelaar cyclus NIET LASSEN / LASSEN
-
voorzorgsmaatregelen (zie het hoofdstuk veiligheid).
-
las.
4.3.4 Thermische beveiliging (AL1)
hoger is dan de toegestane thermische limiet.
branden en door AL1.
4.3.5 Beveiliging perslucht (AL6 - alleen mod. PCP)
4.3.6 Beveiliging over- en onderspanning (AL3 en AL4)
5. INSTALLATIE
ZORGVULDIG
IS
UITGESCHAKELD
VOEDINGSNET.
DE
ELEKTRISCHE
EN
PNEUMATISCHE
PERSONEEL.
5.1 UITRUSTING
aangegeven.
5.3 PLAATSING
EN
LOSGEKOPPELD
VAN
AANSLUITINGEN
MOETEN
Maximale belasting
5.4 VERBINDING MET HET NET
) voor driefasen machines.
5.4.2 Verbinding van de voedingskabel met de puntlasmachine (FIG.F)
van de geleiders.
5.4.3 Stekker en stopcontact
TECHNISCHE GEGEVENS" en/of TAB. 1.
daaruit volgende zware risico's voor de personen (vb. elektroshock) en voor de
dingen (vb. brand).
5.5 PERSLUCHTAANSLUITING (AFB. G) (alleen mod. PCP)
clip.
5.6 AANSLUITING VAN HET KOELCIRCUIT (AFB. H)
HET
veroorzaken wegens oververhitting.
6.1 PRELIMINAIRE OPERATIES
verdeeld (NIET AANGESLOTEN):
- 45 -
(FIG.F1, F2) .
O "