7.5. Slaapmodus inschakelen
In de slaapmodus wordt de ventilatorsnelheid verlaagd en de indicatielampjes wor-
den uitgeschakeld.
Druk op de toets
7.6. Toetsblokkering
Houd de toets
tie in of uit te schakelen.
Het controlelampje
niet worden bediend.
7.7. Condensaatreservoir leegmaken
Bij een vol condensaatreservoir brandt het waarschuwingslampje
raat schakelt automatisch uit.
Leeg het condensaatreservoir ten laatste als het waarschuwingslampje brandt
en vóór elk gebruik. Controleer het peil van het condenswater door het kijkven-
ster.
Trek het condensaatreservoir aan de greep uit het apparaat.
Klap de greep naar boven om het condensaatreservoir veilig te transporteren.
Leeg het condensaatreservoir via de opening in de hoek linksachter op het con-
densaatreservoir boven een wastafel of afvoer.
Controleer het reservoir op verontreinigingen en reinig het reservoir indien no-
dig (zie "10.1. Condensaatreservoir reinigen" op blz. 89).
Schuif het condensaatreservoir opnieuw in de luchtontvochtiger.
8. Automatisch ontdooien
Is de omgevingstemperatuur laag, dan kan de verdamper bevriezen. Het apparaat
voert in dit geval het automatisch ontdooien uit. De toets
bewerking. De normale werking wordt stopgezet.
Schakel het apparaat tijdens het ontdooien niet uit of trek de stekker niet uit het
stopcontact.
86
om de slaapmodus in of uit te schakelen.
gedurende circa 3 seconden ingedrukt om de kinderslotfunc-
brandt als het kinderslot geactiveerd is. De toetsen kunnen
en het appa-
knippert tijdens deze