TecMate International Optimate4 TM350 Modo De Empleo página 25

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
STAP 5
LED #4 : GEEL
LADEN
4
Standaard:
STAP 6
STAP 6
LED #4 : GEEL
OPTIMALI-
SEREN
Standaard:
4
STAP 7
STAP 7
LED #5
TEST na
laden
Standaard:
STAP 8
TEST
30m - 12h
7
STAP 8
LED #5 / 6 / 7
OPTIMATE
smart
ONDERHOUD
7
Standaard:
STAP 9
Voor accu's in een gezonde
conditie blijft LED #5 (groen)
branden.
Uitzondering: STD nattecel-accu's
met vuldoppen hebben een lager
volledig geladen voltage: LED #5
blijft samen met led #6 branden.
LAADSTROOMBALK: LED #8, 9, 10 –
DUBBEL PROGRAMMA: Om van het ene programma over te schakelen naar het andere:
1.
Koppel de lader los van de AC-voeding.
3.
klem.
Sluit de lader opnieuw aan op de AC-voeding.
LED
#3+4+5+6+7 knipperen 12 keer tijdens het selecteren van het andere programma (5x langzaam, 5x snel, 2x langzaam).
Na
overschakeling naar het andere programma zijn de volgende indicaties te zien (terwijl de accuklemmen nog steeds op elkaar zijn aangesloten):
– Overgeschakeld van CAN-bus naar STANDAARD: alleen LED #1 (VOEDING AAN) blijft branden.
De LAADmodus wordt geactiveerd als de accu meer dan 50% of meer ontladen is
(zoals getest bij STAP 3) of zodra de accu voldoende hersteld is tijdens STAP 4 (5).
Er wordt een constante stroom van 1 A met een spanning van maximaal 14,2-14,4 V
geleverd aan de accu.
OPMERKING CAN-bus: Het programma wordt gereset 2 min na het handmatig
uitschakelen of als het CAN-bus systeem de gecontroleerde 12V voeding heeft
uitgeschakeld en het programma de voeding niet binnen de 2 minuten opnieuw kan
opstarten.
De OPTIMALISEERmodus start wanneer de spanning tijdens de LAADmodus voor
Pulsabsorptie: De stroom wordt geleverd in pulsen, variërend van 0,2 tot 1 A met een
spanning van maximaal 14,2-14,4 V, om de accu in een zo kort mogelijke tijd volledig te
laden. Controle: zodra de stroomvraag lager is dan 0,2 A wordt de laadspanning
begrensd tot 13,6 V terwijl het laadniveau van de accu wordt gecontroleerd. Wanneer de
accu nog verder moet worden geladen, keert het programma terug naar pulsabsorptie.
Nota: de laadtijd wordt doorgaans verlengd indien het systeem een hoger dan verwacht
stroomgebruik van aangesloten circuits vaststelt of de conditie van de accu verre van
optimaal is.
Om veiligheidsredenen is de totale laadtijd beperkt tot 48 uur.
TEST NA LADEN: De levering van stroom aan de accu wordt gedurende 30
KNIPPERT
minuten** onderbroken, zodat het programma kan bepalen of de accu in staat is
Dit zal het CAN-bussysteem aangeven de 12 V-uitgang binnen de eigen tijdslimiet uit te
5
schakelen, waarbij de verbinding en de lader wordt verbroken. Aan het einde van de
testperiode zal het programma de via een CAN-bus bestuurde 12 V-uitgang opnieuw
initialiseren om de accuspanning te meten en vervolgens overschakelen naar
ONDERHOUDSLADEN, waarbij het resultaat van de test wordt weergegeven.
Raadpleeg de tabel 'VROEGE TEKENEN VAN ACCUPROBLEMEN' op pagina 2 voor een
vergelijking van de gegevens van de testleds met de geschatte laadstatus (SOC%).
Er is sprake van een ernstig probleem als de accu niet in staat is om voldoende lading
vast te houden gedurende de testperiode. U vindt meer informatie in het hoofdstuk
'OPMERKINGEN OVER DE TESTRESULTATEN'.
** ALLEEN STANDAARD PROGRAMMA: ALS het resultaat in STAP 3 ROOD was (led #7) of
ROOD en GEEL (led #6 en 7), wat aangeeft dat de accu vóór het aansluiten sterk ontladen
was, wordt de spanningsbehoudtest verlengd tot 12 uur om de accuconditie te
bevestigen. Het testresultaat (aangegeven met leds # 5,6,7) wordt realtime aangepast
aan de gemeten accuspanning.
AAN
Instelling druppellaadspanning: 13,6 V.
5
De standaard onderhoudslaadcyclus bestaat uit druppellaadperiodes van 30 minuten
6
gevolgd door telkens een rustperiode van 30 minuten. Tijdens de rustperiodes is er geen
laadstroom. Deze '50% bedrijfscyclus' voorkomt verlies van elektrolyten in verzegelde
accu's en minimaliseert geleidelijk verlies van water uit de elektrolyt in accu's met
vuldoppen, waardoor een significante bijdrage wordt geleverd aan het optimaliseren van
de levenscyclus van onregelmatig of seizoensgebonden gebruikte accu's.
Tijdens de druppellaadperiodes wordt een continu LAGE STROOMPULS GELEVERD OM
SULFATERING TE VOORKOMEN, het accuvermogen te vergroten en de levensduur te
verlengen.
OPMERKING CAN-bus: Het programma wordt gereset 2 min na het handmatig
uitschakelen of als het CAN-bus systeem de gecontroleerde 12V voeding heeft
uitgeschakeld en het programma de voeding niet binnen de 2 minuten opnieuw kan
opstarten.
Brandt wanneer een pulsstroom of continue stroom wordt geleverd aan de accu.
2.
Bevestig de accuklemmenset op de lader en sluit de negatieve klem rechtstreeks aan op de positieve
4.
Let op de volgende ledindicaties:
de eerste keer 14.3V bedraagt.
om de lading vast te houden.
ONDERHOUDSCYCLUS: Leds #5/6/7 branden constant
overeenkomstig de laadstatus die tijdens STAP 7 (8) gemeten is.
25
loading

Este manual también es adecuado para:

Optimate4 tm351Optimate4 tm352