moet er voldoende ruimte zijn voor het
uitzetten van vloeistoffen.
24. Er kan brand ontstaan als de oven is afgedekt
of in aanraking komt met brandbare
materialen, zoals gordijnen, stoffen, muren
en dergelijke, wanneer de oven in gebruik is.
Bewaar geen voorwerpen op de oven tijdens
het gebruik.
25. Uiterste voorzichtigheid is geboden bij het
gebruik van containers die van iets anders
dan metaal of glas zijn gemaakt.
26. Plaats de volgende materialen niet in de oven:
karton, plastic, papier of iets dergelijks.
27. Bewaar geen materialen in deze oven anders
dan de aanbevolen accessoires, wanneer de
oven warm is.
28. Draag altijd beschermende, geïsoleerde
ovenwanten als u voorwerpen in de warme
oven plaatst of eruit haalt.
29. Gebruik het niet buitenshuis.
30. Als het elektrische circuit overbelast is
met andere apparaten, kan het zijn dat dit
apparaat niet goed werkt. De oven moet
worden aangesloten op eigen lichtgroep,
apart van andere in gebruikzijnde apparaten.
31. Gebruik het apparaat niet voor een ander doel
dan waarvoor het bestemd is.
32. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door personen (inclusief kinderen) met
verminderde lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke vermogens, of met gebrek aan
ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht
staan of instructies hebben gekregen
betreffende het gebruik van het apparaat van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
33. Kinderen moeten onder toezicht staan om
te garanderen dat zij niet met het apparaat
spelen.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
1. Voordat u de oven voor de eerste keer
gebruikt:
2. Zorg ervoor dat de stekker van de oven uit het
stopcontact is en dat de timerschakelaar op
„OFF" staat.
3. Nadat u uw oven weer in elkaar heeft gezet,
raden wij u aan hem ongeveer 15 minuten op
de maximale temperatuur te laten draaien om
eventuele verpakkingsolie te verwijderen die
na verzending is achtergebleven.
4. Maak het netsnoer los.
5. Zorg ervoor dat het rek en de lade zijn
geplaatst.
6. Steek de stekker in het stopcontact.
Let op: bij het eerste gebruik kan er sprake
zijn van een lichte geur en rookontwikkeling
zijn. Dit is normaal en ongevaarlijk en
wordt veroorzaakt door het afbranden
van het beschermingsmateriaal op de
verwarmingselementen.
UW ELEKTRISCHE OVEN GEBRUIKEN
1. Functiebediening: De oven is uitgerust met
een functieschakelaar met 6 standen:
Bovenste verwarmingselement
ingeschakeld.
Onderste verwarmingselement
ingeschakeld.
Het bovenste en onderste
verwarmingselementen beiden
ingeschakeld.
Het bovenste verwarmingselement
ingeschakeld in combinatie met de
convectiefunctie, die geschikt is voor
het braden van vis, biefstuk, gevogelte,
karbonades.
Het onderste verwarmingselement
ingeschakeld in combinatie met de
convectiefunctie, die geschikt is voor
het bakken van cakes, taarten, koekjes
en braden van gevogelte, rundvlees,
varkensvlees, enz.
De bovenste en onderste
verwarmingselementen beiden
ingeschakeld in combinatie met de
convectiefunctie, die geschikt is voor het
roosteren van brood, muffins, bevroren
wafels, enz.
2. Temperatuurregeling: Stel de gewenste
temperatuur tussen 100°C en 230°C in voor
koken.
3. Timer: Activeer het timersegment van de
bedieningen en draai deze rechtoms om de timer
in te stellen. Aan het eind van de ingestelde tijd
klinkt er een bel.
46
REINIGING
1. Het is belangrijk dat u het apparaat na elk
gebruik reinigt om ophoping van vet te
voorkomen en onaangename geurtjes te
vermijden.
2. Laat het apparaat afkoelen en trek de stekker
uit het stopcontact alvorens het te reinigen.
3. Dompel het apparaat niet onder in water en
spoel het niet af onder een kraan.
4. Het uitneembare draadrooster, de bakvorm en
de kruimellade kunnen worden afgewassen
als normaal keukengerei.
5. Reinig de buitenkant van het apparaat met
een vochtige spons.
6. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen
of scherp keukengerei om de oven te reingen.
Omdat krassen de oven kunnen verzwakken
en barsten kunnen veroorzaken.
7. Laat alle onderdelen en oppervlakken goed
drogen voordat u de stekker van de aifryer in
het stopcontact steekt en hem gebruikt.
DE LAMP VERVANGEN
Vervang een defecte lamp als volgt:
1. Koppel het apparaat los van de netstroom en
laat het volledig afkoelen.
2. Draai de beschermkap en de defecte lamp
linksom los om deze te verwijderen.
3. Vervang de lamp en draai de nieuwe lamp en
de beschermkap rechtsom vast.
Gebruik alleen lampen die geschikt zijn voor het
apparaat.
Reparaties: Gevaar: Elektrische apparaten mo-
gen alleen door geautoriseerde technici worden
gerepareerd. Het apparaat kan beschadigd raken
door niet geautoriseerde reparaties. Neem in
geval van reparatie contact op met uw verkoper
of met de producent.
Milieuvriendelijke verwijdering:
Bescherm altijd het milieu tegen
vervuiling!
Vergeet niet de plaatselijke voorschriften in
acht te nemen door de buiten gebruik gestelde
elektrische apparatuur in te leveren bij een
daartoe aangewezen afvalverwerkingscentrum.
47