5. Druk op de aan-/uitschakelaar (8) aan de achterkant om het apparaat in te schakelen. Druk de
kookschakelaar (9) naar beneden. Het indicatielampje "COOK" (koken) (11) gaat nu aan. Als de rijst
gekookt is, na ongeveer 20 minuten afhankelijk van de rijstsoort, schakelt het apparaat automatisch naar
"WARM" (warm houden) (10). Op deze stand houdt hij de gekookte rijst warm. Rijst kan redelijkerwijs
ongeveer 5 uur warm worden gehouden. Wij adviseren echter om uitdroging te voorkomen en de rijst
binnen 1 uur te serveren.
6. Als de rijst klaar is, wacht u 10 minuten voordat u de rijst doorroert en serveert.
7. Druk na gebruik op de aan-/uitschakelaar (8) aan de achterkant om het apparaat uit te schakelen en trek
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
WERKING - Stomen
De rijstkoker kan ook worden gebruikt om een verscheidenheid aan etenswaren te stomen, zoals
groenten, vis en zelfs aardappelen.
1. Vul de stoomschaal (5) met de gewenste etenswaren
2. Vul de binnenpan (4) van de rijstkoker tot de helft met water op kamertemperatuur.
3. Plaats de stoomschaal (5) op de rijstkoker.
4. Dek het geheel af met de glazen deksel (1).
5. Druk op de aan-/uitschakelaar (8) aan de achterkant om het apparaat in te schakelen.
6. Druk de kookschakelaar (9) naar beneden. Het indicatielampje "COOK" (koken) (11) gaat nu aan.
7. Neem de etenswaren uit de stoomschaal als deze klaar zijn en plaats ze op een bord. Voorzichtig! De
etenswaren zijn heet.
REINIGING EN ONDERHOUD
Reinig het apparaat en de losse onderdelen grondig na elk gebruik:
1. Trek de stekker uit de rijstkoker en het stopcontact.
2. Reinig de glazen deksel, binnenpan, maatbeker en lepel in een warm sopje. Spoel de onderdelen goed af
en droog ze vervolgens grondig na met een droge doek. De binnenpan is vaatwasser geschikt.
3. Reinig de behuizing met een vochtige doek.
4. Berg het apparaat op een droge plaats op.
LET OP:
•
Zorg ervoor dat het apparaat niet is aangesloten op de netvoeding als u het gaat schoonmaken.
•
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals messen
of harde borstels) bij het reinigen.
•
Dompel de basiseenheid nooit in water of een andere vloeistof en houd deze ook niet onder stromend
water.
19
NL