Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
1)
Bevestiging
De ondersteuning van de buitenunit moet aan het muuroppervlak bevestigd worden en de buiteunit moet
horizontaal op de ondersteuning bevestigd worden. Indien de buitenunit aan een muur of dak gemonteerd wordt
dan moet moet de ondersteuning stevig vastgezet worden om beschadiging door sterke wind te voorkomen.
2)
Installatie van verbindingsleidingen
De konus van de verbindingsleidingen worden uitgelijnd met het konische oppervlak van het corresponderend
ventiel.
De moer van de verbindingsleidingen wordt op de juiste positie geplaatst en dan vastgedraaid met een steeksleutel.
Vermijd excessief vastdraaien omdat anders de moer beschadigd kan worden.
•
Vacumeren
Sluit een digitale vacuümmeter aan voorafgaand aan het vacumeren. Het vacumeren moet minimaal 15
minuten duren en de druk van het ventiel moet daarna minder dan 60Pa bedragen. Daarna wordt het
vacumeerapparaat gesloten en gedurende 5 minuten wordt vervolgens met de vacuümmeter gemeten of de druk
weer toeneemt. Als er geen lekkage wordt vastgesteld kunnen het 2-weg afsluiterventiel en 3-weg aflsuiterventiel
van de buitenunit geopend worden. Ten slotte kan de slang van het vacumeerapparaat van de buitenunit worden
afgekoppeld.
•
Lekkage Detectie
De verbinding van de leidingen van de buitenunit moeten met zeepbellen of speciale lekkage
detectieapparatuur op lekkages getest worden.
•
Post-installatie Inspectie- en Testpunten
Post-installatie Inspectie Onderdelen
Te controleren punten
Is de installatie al dan niet stevig
Is de inspectie van luchtlekkage voltooid
Is de unit volledig geïsoleerd
Is de drainage glad
Is de netspanning identiek aan de spanning op de
gegevensplaatje
Zijn het circuit en de leidingen correct geïnstalleerd
Is de unit veilig geaard
Is het type bedrading in overeenstemming met
relevante voorschriften
Zijn obstakels vastgesteld bij de luchtinlaat/-uitlaat
van de binnen-/buitenunit
Zijn de lengte van de leidingen en de hoeveelheid
afgevuld koelmiddel opgenomen
Proefdraaien
1.
Voorbereidingen
(1)
Aanzetten is niet toegestaan voordat alle installatiehandelingen en de lekkage detectie succesvol zijn
afgesloten.
(2)
Het stuurcircuit moet correct aangesloten en alle kabels moeten stevig verbonden zijn
(3) Het 2-weg afsluiterventiel en het 3-weg afsluiterventiel moeten geopend zijn.
(4)
Alle verspreide voorwerpen (in het bijzonder metaalvijlsel en draadresten) moeten uit het unitlichaam
verwijderd worden.
2.
Methoden
(1)
Schakel de voeding in en druk op de knop "ON/OFF" op de afstandsbediening, waarna de airconditioner
zal beginnen te werken.
(2) Druk op de toets "MODE" om koeling, verwarming en windsterkte te selecteren en stel vast of de
airconditioner normaal functioneert.
Gevolgen van een incorrecte installatie
De unit kan vallen, trillen of geluid maken
De koelcapaciteit (verwarmingscapaciteit) kan onvoldoende
zijn
Condensatie of druppelen kan optreden
Condensatie of druppelen kan optreden
Een defect kan optreden of onderdelen kunnen verbranden
Een defect kan optreden of onderdelen kunnen verbranden
Elektrische lekkage kan optreden
Een defect kan optreden of onderdelen kunnen verbranden
De koelcapaciteit (verwarmingscapaciteit) kan onvoldoende
zijn
De hoeveelheid afgevuld koelmiddel kan niet bevestigd
worden
6
