1. Het instellen van de mechanische schijfremmen
De remblokken oefenen druk uit op een schijf die bevestigd is
•
aan de wielnaaf. De intensiteit van de druk wordt geregeld door
een remhendel met een kabel. Gebruik de remhendel niet als het
wiel niet in het frame of aan de vork bevestigd is.
Als de rem te strak of te los is aangetrokken, moet de remkabel
•
worden bijgesteld om de remklauw uit te lijnen met de remschijf.
•
Draai de bevestigingsschroeven van de houder van de remklauw
los om de remklauw uit te lijnen met de mechanische schijf. Rem
met
overeenkomstige
gepositioneerd) en houd de remhendel in deze stand bij het
vastdraaien
remklauwhouder.
Controleer of het remblokje aan de binnenkant van het wiel zich
•
op 0,2 - 0,4 mm van de schijf bevinden. Wanneer dit niet
voldoende is, moet u de schroef van het remblokje aandraaien
tot u een afstand van 0,2 - 0,4 mm heeft tussen het remblokje en
de schijf.
Het remblokje aan de buitenkant van het wiel wordt ingesteld
•
door de spanning op de remkabel aan te passen totdat u een
afstand van 0,2 - 0,4 mm heeft tussen het remblokje en de
remklauw of de remhendel.
Breng nooit olie of een ander smeermiddel aan op de schijf of de
•
remblokjes (bijvoorbeeld tijdens het onderhoud van de ketting of
de derailleur). Als dit gebeurt, moet u de remblokjes en de schijf
ontvetten of vervangen.
Controleer de uitlijning van de remblokjes door aan het wiel te
•
draaien. Uw step is klaar voor op de weg.
Schijven: Uw step is uitgerust met schijven met een diameter van
•
120 mm.
Dankzij een systeem met moer en contramoer bij de remklauw
•
kunt u de kabelspanning en dus de remkracht aanpassen. Deze
remkracht varieert en wordt beïnvloed door de slijtage van de
remblokjes.
De remblokjes zijn standaard en moeten worden vervangen als
•
er niet voldoende wrijving meer is.
remhendel
van
de
bevestigingsschroeven
191/269
(remklauw
correct
van
de