Interlogix VE700AM Serie Manual De Instalación página 52

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 28
Jumpers
J1: PIR-gevoeligheid
Hiermee stelt u de afstand-tot-alarm vertraging in
(de snelheid van de beslissingsalgoritme); hoe
hoger de gevoeligheid, des te sneller de reactie van
de sensor.
Zie figuur 14.
Er zijn drie verschillende PIR-gevoeligheden.
Lage gevoeligheid: te gebruiken in
situaties met gevaar voor valse alarmen.
Niet gebruiken in
langeafstandstoepassingen (>20 m) of
toepassingen met één gordijn (item 1).
Normale gevoeligheid: De meeste
situaties (fabrieksprogrammering)
(item 2).
Hoge gevoeligheid: te gebruiken in
situaties met verhoogd risico.
Aanbevolen voor gebruik in gangen
(item 3).
J2: Gordijnlocatiemodus (CLM)
Hiermee kunt u instellen waar de randen van het
gordijn zich precies bevinden. Wanneer een
indringer zich binnen het gordijn begeeft, gaan het
rode en gele lampje afwisselen knipperen.
Zie figuur 15.
J2 wordt ook gebruikt voor de
langeafstandsuitlijning (zie "De straal uitlijnen en de
looptest van de detector uitvoeren" op pagina 54).
Uit (item 1).
Aan (item 2). Zie"Zonder het
uitlijningsgereedschap" op pagina 54.
J3: Dubbele lus (alleen beschikbaar op de
VE735AM)
Hiermee stelt u het alarm en sabotagerelais in. U
kunt de detector hiermee op elk controlepaneel
aansluiten.
Zie figuur 16 en 17.
52 / 80
Eindweerstand (4.7 kΩ)
De uitgangen 4 en 5 van de alarmuitgang
moeten worden gebruikt voor de aansluiting
op het controlepaneel.
Geïsoleerde alarm en sabotagelus
(fabrieksprogrammering)
Het sabotagerelais is afgeschermd van het
alarmrelais. De eindweerstand in het
sabotagecircuit is kortgesloten.
De uitgangen 3 en 4 van de alarmuitgang
moeten worden gebruikt voor de aansluiting
op het controlepaneel.
Dubbele lus
De sabotagelus en alarmlus kunnen met
twee draden worden bewaakt.
In een normale situatie (geen alarm)
bedraagt de impedantie van de dubbele lus
4.7 kΩ. Bij een detectoralarm wordt het
alarmrelaiscontact geopend en stijgt de
impedantie van de dubbele lus naar 9.4 kΩ,
en wordt zo een alarm aangegeven.
Wanneer de detectorbehuizing wordt
geopend, wordt het sabotagecircuit geopend
en wordt de dubbele lus onderbroken, en
wordt zo een sabotagealarm aangegeven.
Aansluitingen 4 en 5 zijn met elkaar
verbonden.
Zone-inputs van het bedieningspaneel zijn
aangesloten op aansluitingen 4 en 7.
De aansluitingen 3 en 6 worden niet gebruikt.
PIR dipswitches
Zie figuur 11, item 7.
Tabel 1: PIR dipswitches
Functie
Dipswitch Aan
1. Polariteit
Actieve hoge*
2. Deurbel
Bel Aan
3. Belrichting
Links naar rechts*
4. Lampjes
Lampjes Aan*
*
Fabrieksprogrammering
P/N 149973999-3 (ML) • REV D • ISS 17OCT13
Dipswitch Uit
Actieve lage
Bel Uit*
Rechts naar links
Lampjes Uit
loading