Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
VENTILATORKACHEL
Inleiding
Om optimaal gebruik te maken van uw
nieuwe ventilatorkachel, moet u deze
aanwijzingen voor gebruik doorlezen.
Bewaar de instructies voor het geval u deze
op een later moment wilt raadplegen.
Technische gegevens
Spanning/frequentie: 220-240 V ~ 50-60 Hz
Nominaal vermogen:
Afmetingen:
Met oververhittingsbescherming en omvalve
iligheidsuitschakeling
Instelbare thermostaat
Indicatielampje voor aan/uit
Basisonderdelen
1. Thermostaatknop
2. Functieknop
3. Inlaatrooster
4. Indicatielampje
5. Uitlaatrooster
1
1
1000/2000 W
19 × 13 × 25 cm
2
2
3
3
4
5
Voorzorgsmaatregelen
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door kinderen of personen met een fysieke,
zintuiglijke of geestelijke beperking of
door personen die het apparaat niet
kunnen bedienen, zonder supervisie of
zonder bedieningsinstructies hiervoor te
hebben ontvangen door de persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Wees u ervan bewust dat het apparaat erg
heet kan worden Zorg dat het apparaat altijd
op een veilige afstand wordt gehouden
van ontvlambare objecten, zoals meubels,
gordijnen, houtwerk, bouwmaterialen en
dergelijke.
Dek het apparaat niet af.
Zet het apparaat op een horizontaal, stabiel
oppervlak.
Zorg ervoor dat de luchtinlaat en -uitlaat
niet geblokkeerd zijn. Er moet minimaal
100 cm vrije ruimte aan de voorkant van
de luchtuitlaat van het apparaat zijn en
minimaal 50 cm aan de voorkant van de
luchtinlaat en de andere zijden van het
apparaat.
Plaats het apparaat niet direct onder een
wandstopcontact.
Sluit het apparaat niet aan op een
tijdschakelaar of soortgelijke voorziening om
deze automatisch in te schakelen.
Het apparaat mag niet geplaatst worden in
ruimten waarin brandbare vloeistoff en of
gassen worden gebruikt of opgeslagen.
Als er een verlengsnoer gebruikt wordt,
moet deze zo kort mogelijk en altijd volledig
uitgerold zijn.
Sluit geen andere apparaten aan op
hetzelfde stopcontact als waarop dit
apparaat is aangesloten.
Houd het apparaat altijd schoon en steek
nooit objecten in de luchtinlaat of -uitlaat.
NL
33
