6.3
Toerental instellen
Met het stelwiel (3) kunt u het toerental instellen en
traploos regelen.
Vanwege de lage toerentallen in het elektrische
regelbereik is het gereedschap geschikt voor het
frezen van warmtegevoelige materialen (zoals
plexiglas). Aanbevolen toerentalinstelling: »2-3«.
De geïntegreerde toerentalgenerator houdt het
toerental tussen onbelaste toestand en nominale
belasting constant. Dit maakt handmatig bijregelen
overbodig.
Toerentallen in onbelaste toestand:
Stand 1 .................... 5.000 1/min
Stand 2 .................... 6.000 1/min
Stand 3 .................... 7.500 1/min
Stand 4 .................. 10.000 1/min
Stand 5 .................. 15.000 1/min
Stand 6 .................. 25.500 1/min
6.4
Spaanafzuigsysteem aansluiten
Zie pagina 2, afb. A+B.
1. Bij gebruik van een afzuiginrichting wordt het
verbindingsstuk (12) van voren of achteren in de
voetplaat van de bovenfrees geplaatst.
2. Schuif de uitsparing in de plaat van het
verbindingsstuk onder de nok van de voetplaat
(voor of achter).
3. Druk het verbindingsstuk enigszins stevig tegen
de voetplaat.
4. Zet de bevestigingshendel (19) onder het
afzuigaansluitstuk in 90°-positie ten opzichte
van de voetplaat vast.
5. Sluit een geschikt afzuigapparaat met
afzuigslang aan voor het afzuigen van de
freesspanen.
7. Gebruik
7.1
In- en uitschakelen
Inschakelen: Schakelschuif (18) naar beneden
schuiven. Na het verdwijnen van de elektronische
signaalweergave (1) is het gereedschap gereed
voor gebruik.
Uitschakelen: Op het bovenste uiteinde van de
schakelschuif (18) drukken.
Om het onbedoeld starten te voorkomen: Het
gereedschap altijd uitschakelen wanneer de
stekker uit het stopcontact genomen wordt of als
een stroomonderbreking is opgetreden.
7.2
Tips voor het werk
Bediening
Zorg dat het aansluitsnoer u niet kan hinderen bij uw
werkzaamheden (bijvoorbeeld door het over uw
schouder te hangen).
Houd de bovenfrees stevig vast aan beide
knopgrepen.
Bewegingsrichting
Zie pagina 3, afb. D.
Werk altijd in tegenloop. Beweeg de bovenfrees
altijd in de weergegeven richting.
De omlooprichting van de frees is aangegeven met
pijlen op de basisplaat van de bovenfrees.
Werk met een matige, aan het materiaal
aangepaste voorwaartse beweging.
7.3
Neerzetten na gebruik
Schakel de bovenfrees na het voltooien van de
freeswerkzaamheden uit en maak de knopgreep (5)
los. Daarna wordt het motordeel door de veren in de
kolommen naar boven gedrukt en kan de machine
worden neergezet.
7.4
Speciale werkmethodes:
Frezen vanaf de rand van het werkstuk.
Zie pagina 3, afb. E.
1. Gebruik frezen met een aanloopring.
2. Maak de knopgreep (5) los en laat het motordeel
van de ingeschakelde bovenfrees dalen tot de
gewenste freesdiepte (a).
3. Om de freesdiepte te fixeren, draait u de
knopgreep (5) vast en duwt u de machine naar
voren.
Frezen langs een aan het werkstuk bevestigde
strip/frezen volgens een rechte lijn
1. Bevestig een strip aan het werkstuk en leid de
bovenfrees langs de strip met een rechte rand
van de voetplaat. (Gebruik altijd dezelfde kant.)
Groeven en afschuiningen vanuit het midden
van het werkstuk frezen
1. Maak de knopgreep (5) los en laat het motordeel
van de ingeschakelde bovenfrees dalen tot de
gewenste freesdiepte.
2. Om de freesdiepte te fixeren, draait u de
knopgreep (5) vast en duwt u de machine naar
voren.
Profielfrezen
1. Verwijder bij het werken met profielfrezen eerst
een grotere spaan en daarna een kleinere
spaan.
2. De voorwaartse beweging mag daarbij niet te
traag zijn, anders schroeit het hout en wordt de
frees voortijdig bot.
Frezen met parallelaanslag (F-H)
1. Afb. F: Parallelaanslag (11) in de groeven van de
voetplaat schuiven.
2. Afb. F: Vleugelschroeven (14) vastdraaien.
3. Afb. G: Met de instelschroef wordt de afstand
tussen de aanslaglijst van de parallelaanslag en
de frees ingesteld.
4. Afb. H: Aan de hand van de schaal kan de
afstand fijn worden ingesteld.
8. Reiniging, onderhoud
De machine moet regelmatig worden ontdaan van
stofafzettingen. Zuig daarbij de ventilatiesleuven
van de motor uit met een stofzuiger.
9. Storingen verhelpen
- Herstartbeveiliging:
De machine loopt niet. De elektronische
signaalweergave (1) knippert. De
NEDERLANDS nl
23