INSTRUCTIES
Batterij en opladen:
Opladen bij 0℃~45℃, ontladen bij -20℃~60℃, batterij droog houden. Plaats de batterij niet in een zure of alkalische
vloeistof. Vermijd regen en blijf uit de buurt van vuur, hitte en omgevingen met hoge temperaturen. Het is ten strengste
verboden om de positieve en negatieve polen van de batterij omgekeerd aan te sluiten. Het is ten strengste verboden
de batterij te beschadigen, te plaatsen of kortsluiting te veroorzaken. Gebruik voor het opladen de originele oplader,
met een oplaadtijd van niet meer dan 6 uur en een laadstroom van niet meer dan 2 A. Bewaar de batterij op een koele
en droge plaats wanneer deze lange tijd niet wordt gebruikt en laad de batterij vijf uur per maand op. De gebruiker dient
bij het opladen de gebruiksaanwijzing te volgen, anders zijn de gevolgen voor eigen risico. Let op het batterijtype en de
toepasselijke spanning die de lader kan opladen, en het is ten strengste verboden om het gebruik te combineren.
Tijdens het opladen moet het in een geventileerde omgeving worden geplaatst. Het is ten strengste verboden om op te
laden in woongebouwen, besloten ruimtes of in hete zon en omgevingen met hoge temperaturen. Sluit tijdens het
opladen eerst de batterij aan en sluit vervolgens aan op het stopcontact; na voldoende opladen eerst de stekker uit het
stopcontact en vervolgens de accu loskoppelen. Wanneer het groene lampje brandt, moet de stroomtoevoer op tijd
worden gestopt en is het verboden om de oplader lange tijd zonder belasting op de wisselstroomvoeding aan te sluiten.
Als het indicatielampje tijdens het laadproces abnormaal is, er een vreemde geur is of de behuizing van de oplader
oververhit is, stop dan onmiddellijk met opladen en repareer of vervang de oplader. Let er tijdens het gebruik en de
opslag van de oplader op dat er geen vreemde voorwerpen binnendringen, en vermijd vooral het binnendringen van
water of andere vloeistoffen, om geen kortsluiting in de oplader te veroorzaken. De oplader dient zo weinig mogelijk
met de auto te worden vervoerd. Als het nodig is om het te dragen, moet het in de gereedschapskist worden geplaatst
nadat de schokabsorptiebehandeling is voltooid. Demonteer of vervang de accessoires in de oplader niet zelf.
Rijden:
Gebruik het niet voordat u de instructies zorgvuldig hebt gelezen en de prestaties van het product begrijpt; leen het niet
uit aan mensen die het product niet kunnen berijden. Controleer voordat u gaat fietsen of de remmen werken. Activeer
bij het remmen eerst de achterrem en daarna de voorrem. Let op de vastheid van de rem. Als de rem te los zit, gebruik
dan een inbussleutel om hem vast te draaien. Let bij het rijden in regen of sneeuw op het vergroten van de remweg.
Geschikte leeftijd:
Tussen 16 en 65 jaar.
Draag tijdens het fietsen een veiligheidshelm, volg de verkeersregels en rijd niet op gemotoriseerde rijstroken en wegen
met veel voetgangers. Controleer de bandenspanning voordat u gaat rijden. De aanbevolen bandenspanning is 35~42 PSI.
Zorg er bij het rijden op afdalingen en onverharde wegen voor dat de snelheid niet hoger is dan 15 km/u.
Let er bij het gebruik van de motor op dat u deze niet laat stoten en houd de roterende as gesmeerd. Het is niet toegestaan
om met meer dan de maximale lichaamsbelasting te rijden (de maximale belasting is 120 KG).
De fiets kan na gebruik niet geparkeerd worden in de gebouwhal, evacuatietrappen, veiligheidsuitgangen en dient correct
geparkeerd te worden volgens de veiligheidsregels.
Rijden met één hand is verboden!
Aansprakelijkheidsverklaring:
Zet de fiets na het rijden op een plaats zonder zonlicht en regen, niet in een woongebouw; Controleer regelmatig de motor
en rem;
Controleer regelmatig de verschillende schroeven van de fiets en de plaatsen die moeten worden vastgedraaid, en draai ze
regelmatig vast.
Aanbevolen draaimoment: (eenheid: kgf. cm) horizontale schroeven 60-80, stuurpenschroeven 175 ~ 200, zadelschroeven
175 ~ 200, wielschroeven 320 ~ 450;
De voor- en achterwielen van het voertuig moeten zich in het midden van de voorvork of het frame bevinden;
Controleer de wielen altijd op krassen, scheuren of overmatige slijtage. De binnenband en het ventiel moeten loodrecht op
de wielnaaf staan en mogen niet scheef staan. Beschadigde of overmatig versleten banden moeten onmiddellijk worden
vervangen, zoek een professionele technicus om uw banden te vervangen. Als uw banden per ongeluk lek gaan, neem dan
contact op met een professionele technicus voor reparatie of vervanging.
Onderhoud:
De productmodellen, specificaties of gerelateerde informatie die in deze handleiding worden genoemd, zijn voorbehouden
aan het bedrijf met het recht op wijziging en definitieve interpretatie; de functies van een specifiek modelvermeld in deze
handleiding zijn alleen van toepassing op dat specifieke model;
De productmodellen, specificaties of gerelateerde informatie die in deze handleiding worden genoemd, kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd;
Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bedrijf is het niet toegestaan om de inhoud van de
gebruikershandleiding in welke vorm dan ook te kopiëren, wijzigen, herdrukken, verspreiden of publiceren. Lees deze
gebruikershandleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en gebruik deze in overeenstemming met de
handleiding, anders kan het product worden beschadigd door oneigenlijk gebruik of fouten. Ons bedrijf is niet aansprakelijk
voor schade, persoonlijk letsel of eigendomsverlies.
(36)
English / German / French / Spanish / ltalian /
Dutch
/ Polish