Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
plaats. De opslag kan geschieden in de
verpakking of de beschermkoffer (indien bij
de levering inbegrepen).
5.
Basisvoorwaarden
507135883-10
Isoleer voor elke controle en het vullen of
bijvullen van stikstof de hydraulische accumu-
lator via een afsluitventiel van het onder druk
staande systeem en ontlast de druk aan de
vloeistofzijde.
Het terugslagventiel C [II-1] mag niet
worden gedemonteerd. Dit ventiel speelt een
beveiligende rol voor de gehele FPU-1.
5.1 Voorvuldruk
507144331-10
Bij werkzaamheden met de FPU moet
rekening worden gehouden met de invloed
van de vultemperatuur op de voorvuldruk.
Voor de waarden zie uitklappagina: Correctie
van de voorvuldruk [I-1]
T
[°C] = Referentietemperatuur
0
De referentietemperatuur is de temperatuur
waarvoor HYDAC de overeenkomstige refe-
rentievoorvuldruk (p
) aangeeft/berekent.
0
Deze bedraagt meestal 20 °C (kamertempe-
ratuur).
T [°C] = Accumulatortemperatuur
De accumulatortemperatuur is de gemeten
oppervlaktetemperatuur aan de gaszijde van
de hydraulische accumulator.
p
[bar] = Referentievoorvuldruk
0
De referentievoorvuldruk is de voorvuldruk
van de hydraulische accumulator bij 20 °C.
Deze staat op de hydraulische accumulator
aangegeven (sticker op de accumulator, op
de accumulator gestempeld of in het type-
plaatje gegraveerd); zie de bedieningshand-
leiding van de hydraulische accumulator.
Stapsgewijs bijvullen
De hydraulische accumulator moet staps-
gewijs worden bijgevuld.
● SB, SK, SBO:
Stap 1: 1 - 2 bar
Stap 2: 2 - 3 bar
Stap 3: gewenste voorvuldruk
● SM:
0,2 bar per seconde tot de gewenste voor-
vuldruk, deze mag op geen enkel moment
worden overschreden.
Grenswaarden volgens de overzichtsbro-
chure moeten worden nageleefd, zie de
INT 3.501.BA14/03.23
toepasselijke documenten: 3.000
[Hoofdstuk 1]
5.2 Bedrijfsgegevens
507224843-10
Bedrijfstemperatuur FPU:
-10 °C tot +80 °C
Bedrijfstemperatuur drukreduceerventiel:
-20 °C tot +60 °C
Bedrijfsoverdruk:
FPU-1: max. 350 bar
FPU-2: max. 800 bar
6.
Werken met de FPU-1
507236363-10
De volgende werkzaamheden hebben
betrekking op het controleren en instellen van
de voorvuldruk in de hydraulische accumu-
lator.
6.1 Voorbereiding
522575627-10
Adapter A3 [III-1] mag uitsluitend worden
gebruikt met de FPU‑1.
1. Controleer de FPU op beschadigingen.
Neem de FPU niet in bedrijf indien deze
beschadigd is.
2. SB: schroef beschermkap S [III-3] en
afdekking H [III-3] af en verwijder O-ring O
[III-3]. Draai de stelschroef van de adapter
A3 [III-1] iets los en schroef de adapter A3
[III-1] op de accumulatorgasklep.
SK, SBO, SM: draai de inbusschroef P
[III-4] met een inbussleutel (SW6, DIN
ISO 2936) WZ2 [III-4] ca. 1/2 slag los.
3. Draai de wartelmoer D [II-1] van de FPU
met de hand los.
SB: op de adapter A3 [III-1]
SK, SBO, SM: op de accumulatorgasklep
4. Draai de FPU zo dat de manometer in een
handige afleespositie staat.
6.2 Testen
523072395-10
1. Sluit het drukbegrenzingsventiel B [II-1] op
de FPU.
2. SB: Open het inzetstuk van de gasklep E
[III-3] in de hydraulische accumulator door
de spindel A [II-1] rechtsom te draaien
totdat de wijzer op de manometer uitslaat.
SK, SBO, SM: Open de inbusschroef P
[III-4] door de spindel A [II-1] linksom
te draaien totdat de wijzer van de mano-
meter uitslaat.
3. De manometer geeft nu de voorvuldruk in de
hydraulische accumulator aan. Het terugslag-
53 / 88
NL
