De klemmen van de kabels in deze volgorde bevestigen:
1. Pluskabel (rood) aan de pluspool
van de ontladen accu.
2. Minkabel (zwart) aan een
geschikt massapunt (bijv. motor-
blok) van het voertuig.
Pas op!
Om het ontsteken van aanwezig
knalgas te voorkomen dit massapunt zo ver mogelijk van de accu verwij-
derd aan de massa van het voertuig aansluiten.
Als de accu met een verkeerde polariteit is aangesloten, klinkt er een
geluidssignaal en knippert de led [7] rood.
Bedien in dit geval de draaiknop „ON/OFF" [6] niet. Maak de klemmen los
en sluit de klemmen aan zoals hierboven beschreven.
Starten
1. Zet de draaiknop [6] op „ON".
2. Start de motor van het voertuig met de ontladen accu (startpoging
max. 8 seconden - tussen volgende pogingen minstens 3 minuten
wachten).
3. Na het succesvol aanslaan van de motor van het voertuig met de ont-
laden accu zet u de draaiknop [6] op „OFF".
Klemmen verwijderen
Opmerking:
Voordat de klemmen worden verwijderd, moeten bij het voertuig met de
ontladen accu de achterruitverwarming en de ventilatie worden ingescha-
keld (de verlichting van het voertuig mag niet worden ingeschakeld). Daar-
door worden mogelijke spanningspieken bij het loshalen van de klemmen
verminderd en beschadigingen aan elektrische componenten vermeden.
De klemmen van de kabels in deze volgorde verwijderen:
Pas op!
Let er bij het verwijderen van de kabels op dat deze niet in aanraking
komen met draaiende delen van de motor.
1. Minkabel (zwart) van het mas-
sapunt van het voertuig met de
ontladen accu.
2. Pluskabel (rood) van de accu.
Na de starthulp met het stilgevallen
voertuig een flinke afstand rijden om
de accu op te laden of de accu met
een acculader verder opladen.
Laad het apparaat weer volledig op nadat het als starthulp is gebruikt (zie
'Accu van het apparaat opladen').
NL
Originele gebruiksaanwijzing
ON
1
12V
OFF
OFF
CONNECT
ON
USB
ON
12V
2
OFF
OFF
CONNECT
ON
USB
2
1
117