Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Installatie
∙ Het apparaat moet geplaatst worden in een goed
geventileerde, droge ruimte.
∙ Het moet gebruikt worden in condities waar de maximale
vochtigheid niet hoger is dan 70 %.
∙ De omgevingstemperatuur, waarbij het apparaat mag
worden gebruikt, vindt u in de apparaatgegevens aan
het einde van de handleiding.
∙ Gebruik het apparaat niet buitenshuis.
∙ Zorg dat de stekker altijd gemakkelijk uit het stopcontact
verwijdert kan worden.
∙ Zorg dat de vriezer niet in direct zonlicht geplaatst is,
en plaats het nooit naast willekeurig welke andere
hittebronnen (verwarming, fornuis enz.). Wanneer men
dit niet kan voorkomen, moet men een geschikte isolatie
plaatsen tussen de hittebron en de unit.
∙ Deze unit moet niet in een kabinet geïnstalleerd
worden, eveneens niet direct onder een hangende kast,
boekenplank of gelijkwaardig object.
∙ Wanneer de vloer ongelijk is, kunnen de hoogte
verstelbare voeten aan de voorkant van de unit gebruikt
worden voor compensatie en zorgen voor optimale
stabiliteit.
Ventilatie
Zorg voor voldoende ruimte rond de unit zodat de
luchtcirculatie rond en achter het apparaat niet geblokkeerd
worden. (Achterkant 7.5 cm, zijkanten 5 cm, top 10 cm.)
Temperatuur controle
∙ Deze unit is geactiveerd door het aan te sluiten op het
stroomnet. Het is alleen geheel uitgeschakeld wanneer
men de stekker uit het stopcontact verwijdert.
∙ Na een stroomstoring of nadat het apparaat werd
losgekoppeld van het stroomnet, kan het 3 tot 5 minuten
duren voor het apparaat zich terug inschakelt.
∙ Dee temperatuur in de binnenruimte wordt geregeld met
de regelknop binnen in het apparaat.
∙ 1 - 5 Refrigerator:
Stand Koelen
Temperatuurbereik 10 – 0 °C
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, daalt de
temperatuur in de binnenruimte, omgekeerd stijgt hij.
∙ MIN - MAX Freezer:
Stand Vriezen
Temperatuurbereik -15 tot -24 °C
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, daalt de
temperatuur in de binnenruimte, omgekeerd stijgt hij.
∙ Instructies: De binnentemperatuur wordt beïnvloed
door de omgevingstemperatuur en de temperatuur
van de vers geplaatste levensmiddelen. Hij is
bovendien afhankelijk van het aantal keren dat u de
deur opent. Pas desgewenst de instelling van de
temperatuurregelaar aan.
∙ We adviseren u een thermometer te gebruiken om de
bereikte temperatuur binnenin te meten, en als dat nodig
is de instelling te corrigeren.
Waterbak
Bij het overschakelen van de stand 'Vriezen' naar 'Koelen'
ontdooit de eventueel in de binnenruimte aanwezige
ijslaag. Het water dat daarbij ontstaat wordt verzameld
in de waterbak. De waterbak de eerste uren na het
omschakelen regelmatig ledigen en afdrogen vooraleer u
levensmiddelen opslaat.
Deur van het apparaat
De deur van het apparaat steeds dicht houden, zodat de
temperatuur binnenin niet oploopt. Mede daardoor ontstaan
geen grote ijs- en vorstafzettingen. Let er dus op dat de
deur alleen wordt geopend voor het uitnemen resp. het
vullen met levensmiddelen.
Opslaan van levensmiddelen
Bij gebruik als koelapparaat:
∙ Sla de voeding alleen verpakt of afgedekt op in de
koelruimte, zodat het aroma en de versheid behouden
blijven. Met name voeding, die sterk geuren of deze
geuren makkelijk opnemen (kaas, vis, boter, e.d.),
moeten geïsoleerd van elkaar bewaard worden.
∙ Stel eerst een gemiddelde koeltemperatuur in: bij sterke
afkoeling eerst een hogere temperatuur, en lichtere
afkoeling een lagere. Als er rijp op de achterwand
wordt gevormd, kan dit betekenen dat de deur te
lang geopend werd, dat er zich warme voeding in het
apparaat bevond, of dat de temperatuur te laag was
ingesteld.
∙ Warme levensmiddelen moeten vooraleer te worden
bewaard in het apparaat worden afgekoeld.
∙ Let er op dat de deur goed gesloten is, en niet wordt
geblokkeerd door koelgoed.
Bij gebruik als vriezer:
∙ Voor het vriezen, moet men vers voedsel (b.v. vlees, vis,
gehakt vlees) in kleine hoeveelheden verdelen geschikt
voor gebruik na het ontdooien.
∙ Om te zorgen dat de voedzame elementen zoals
vitaminen niet verloren gaan, moet men vers voedsel
zo snel als mogelijk geheel invriezen. En daarom moet
men het bereide voedsel in de vriezerruimtes plaatsten,
netjes uitgespreid in èèn of twee rijen.
∙ Voorkom contact met voedsel wat al bevroren is.
∙ Waarschuwing: Overschrijd nooit de dagelijkse
29
