Inschakeldruk bij ca.:...............0,15 MPa (1,5 bar)
Uitschakeldruk bij ca.: ..................0,3 MPa (3 bar)
gemeten geluidsdrukniveau ............. 81,44 dB(A)
onzekerheid ........................................... 7.65 dB
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
5.1 Aansluiting van de zuigleiding
In principe raden wij het gebruik van een voorfi lter
en van een zuiggarnituur met zuigslang, zuigkorf
en terugslagklep aan om lange heraanzuigtijden
en een onnodige beschadiging van de pomp door
stenen en vaste vreemde voorwerpen te verhin-
deren.
•
De diameter van de zuigleiding, slang of buis,
moet minstens 25 mm (1 duim) bedragen; bij
een zuighoogte van meer dan 5 m wordt 32
mm (11/4 duim) aanbevolen.
•
Zuigklep (voetklep) met zuigkorf monteren
aan de zuigleiding.
•
De zuigleiding van het wateraftappunt naar
het apparaat stijgend leggen. Vermijd abso-
luut om de zuigleiding te leggen boven de
hoogte van de pomp; luchtbellen in de zuiglei-
ding vertragen en verhinderen het aanzuigen.
•
Zuig- en drukleiding moeten zo worden
aangebracht dat ze geen mechanische druk
uitoefenen op het apparaat.
•
De zuigklep moet diep genoeg in het water
liggen, zodat een droogloop van het apparaat
wordt vermeden doordat de waterstand daalt.
•
Een ondichte zuigleiding verhindert door lucht
aan te zuigen dat er water wordt aangezogen.
5.2 Aansluiting van de drukleiding
•
De drukleiding (moet min. 19 mm (3/4" zijn))
moet direct of via een schroefdraadnippel
worden aangesloten aan de drukleidingaans-
luiting (33,3 mm (R1 IG binnenschroefdraad)
van het apparaat.
•
Mits gepaste koppelstukken kan uiteraard
ook een drukslang van 13 mm (1/2") worden
gebruikt. Het pompvermogen wordt geredu-
Anl_GC_WW_6036_SPK2.indb 34
Anl_GC_WW_6036_SPK2.indb 34
NL
ceerd door de kleinere drukslang.
•
Tijdens het aanzuigen moeten de in de
drukleiding voorhanden zijnde afsluiters
(spuitmondstukken, kleppen etc.) helemaal
opengedraaid zijn zodat de lucht vrij uit de
zuigleiding kan ontsnappen.
5.3 Elektrische aansluiting
•
De elektrische aansluiting gebeurt aan een
wandcontactdoos met aardingscontact 230 V
~ 50 Hz, ampérage van de zekering minstens
10 amp.
•
De motor wordt door de ingebouwde ther-
mische contactverbreker beschermd tegen
overbelasting of blokkering. In geval van
oververhitting wordt de pomp automatisch
uitgeschakeld door deze contactverbreker en
na het afkoelen wordt de pomp automatisch
opnieuw in werking gesteld.
6. Bediening
•
Het apparaat opstellen op een stabiele, vlak-
ke en horizontale standplaats.
•
Pomphuis via de vulschroef (5) vullen met
water. Door de zuigleiding te vullen wordt het
aanzuigen versneld.
•
Drukleiding openen.
•
Netleiding aansluiten. Het aanzuigen start
automatisch.
- het aanzuigen kan bij max. aanzuighoogte
wel 5 minuten duren.
•
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld
als de uitschakeldruk van 3 bar is bereikt.
•
Na drukdaling door waterverbruik wordt het
toestel automatisch terug ingeschakeld (in-
schakeldruk ca. 1,5 bar).
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
- 34 -
21.08.2019 13:50:50
21.08.2019 13:50:50