Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
• Schuif de machine volledig naar u toe.
• Zet de machine aan met de schakelaar.
• Breng de zaag langzaam naar beneden zodat
het zaagblad door het werkstuk zaagt.
• Duw de machine langzaam naar achteren.
• Breng de machine voorzichtig weer omhoog en
schakel hem uit door de schakelaar los te laten.
Gebruik van de laser (Afb. B)
• Om de laser in te schakelen, drukt u op de aan/
uit-schakelaar (2).
• Om de laser uit te schakelen laat u de aan/uit
schakelaar (2) los.
Transportstand
Zorg er bij het verplaatsen van de zaag voor dat de
zaag in de transportstand staat. Controleer of alle
vergrendelingen en spanners goed vastzitten:
• Zorg ervoor dat de verstekhoek is ingesteld op
0°.
• Zorg ervoor dat de schuine hoek op 0° staat.
• Vergrendel de knop voor het instellen van de
zaaghoek (9) door hem met de klok mee te
draaien.
• Schuif de machine volledig naar u toe.
• Vergrendel de schuiffunctie door Kob over
schuifsteun (12) met de klok mee te draaien.
• Ontgrendel de borgpen (5) aan de rechterkant
van de machine.
• Duw de machine volledig naar beneden.
• Vergrendel de borgpen (5) aan de rechterzijde
van de machine.
Til de machine alleen op aan de stevige onderkant
van de machine. Til de zaag niet op aan de scha-
kelbeugel.
5. ONDERHOUD
Schakel voor reiniging en onderhoud altijd
de machine uit en verwijder de netstekker
uit het stopcontact.
Glijrails
Vuil kan de glijrails beschadigen en daarmee de
werking van de machine.
• Reinig de geleiders regelmatig met een zachte
doek.
• Druppel wat smeerolie op de geleiders.
WWW.VONROC.COM
• Beweeg de verstekzaag naar voren en naar
achteren zodat de olie zich over de volledige
rails verspreidt.
Deze machines zijn ontworpen om lange tijd pro-
bleemloos te functioneren met een minimum aan
onderhoud. Door de machine regelmatig te reinigen
en op de juiste manier te gebruiken kunt u bijdra-
gen aan een lange levensduur van uw machine.
Reiniging
Reinig de behuizing van de machine regelmatig
met een zachte doek, bij voorkeur na elk gebruik.
Zorg ervoor dat de ventilatiesleuven vrij zijn van
stof en vuil. Gebruik voor hardnekkig vuil een zach-
te, met zeepwater bevochtigde doek. Gebruik nooit
oplosmiddelen zoals benzeen, alcohol, ammoniak,
enz. Dit soort oplosmiddelen kunnen de plastic
onderdelen beschadigen.
PROBLEEMOPLOSSING
1. De motor start niet
• De stekker zit niet in het stopcontact.
• Het netsnoer is gebroken.
• De schakelaar is defect.
2. De zaagsnede is niet gelijkmatig (gekarteld)
• Het zaagblad moet worden geslepen.
• Het zaagblad is achterstevoren gemonteerd.
• Het zaagblad is verstopt met hars of zaagsel.
• Het zaagblad is niet geschikt voor het werkstuk
dat wordt gebruikt.
3. De hoogte- en/of verstekhendel is geblokkeerd.
• Spanen en/of stof moeten worden verwijderd.
4. De motor heeft moeite om de volle snelheid te
bereiken
• Het verlengsnoer is te dun en/of te lang.
• De netspanning is lager dan 230 V.
5. De machine trilt overmatig
• Het zaagblad is beschadigd.
6. De machine wordt overmatig heet
• De ventilatiesleuven zijn geblokkeerd. Maak ze
schoon met een droge doek.
7. De elektromotor loopt ongelijkmatig
• De koolborstels zijn versleten. Vervang de kool-
borstels of raadpleeg uw dealer.
NL
29
