- Boor de gemarkeerde gaten en steek de plug-
gen erin.
- Controleer dat de steun stevig vastzit en ten-
minste tweemaal het gewicht van het apparaat
kan dragen.
- Plaats het apparaat in de muursteun.
DE BATTERIJ OPLADEN
- Waarschuwing: Nieuwe batterijen zijn bij aan-
schaf niet volledig opgeladen en moeten voor
het eerste gebruik geheel worden opgeladen.
- De batterij moet worden opgeladen bij een
omgevingstemperatuur tussen 4 en 40 ºC.
- Steek de batterijlader in het stopcontact.
- Het controlelampje brandt wanneer de lader
gereed is om de batterij op te laden.
- Het duurt ongeveer 4 tot 5 uur om de batte-
rij volledig op te laden. De batterij moet niet
langer worden opgeladen (hoewel het wordt
aanbevolen de eerste keer 6uur te laden).
- Tijdens het laden van de batterij zal het contro-
lelampje aangaan, ter indicatie dat de batterij
wordt opgeladen.
- Trek de stekker van de lader uit het stopcontact
als de batterij opgeladen is.
- Opmerking: Gebruik het toestel niet terwijl het
op de lader is aangesloten.
CONTROLE VAN DE LADING VAN DE
BATTERIJ:
- Druk op de knop die de baterrijlading aangeeft,
waarna de controlelampjes van het laden
oplichten.
- Als alle lampjes branden, is de batterij volledig
opgeladen.
- Wanneer er slechts één controlelampje oplicht,
is de batterij bijna leeg.
- Wanneer er geen enkel controlelampje oplicht,
is de batterij geheel leeg.
- Opmerking: Voor een maximale levensduur
van de batterij bevelen we aan de batterij pas
op te laden als zij geheel ontladen is.
BATTERIJ(EN) PLAATSEN
- Waarschuwing: Let er tijdens het plaatsen
van de batterij op dat u de twee polen niet
tegelijkertijd aanraakt, aangezien hierdoor
een deel van de opgeslagen energie weg kan
vloeien, wat de levensduur van de batterij kan
verkorten.
- Plaats de batterij(en) in het batterijvak; let
hierbij op de aangegeven positie van de polen
(Fig.1)
GEBRUIKSAANWIJZING
OPMERKINGEN VOORAFGAAND AAN HET
GEBRUIK:
- Controleer dat al het verpakkingsmateriaal van
het product verwijderd is.
- Het is belangrijk de batterijen volledig op te
laden alvorens het product de eerste maal te
gebruiken.
- Bereid het apparaat voor op de gewenste
functie:
ZUIGFUNCTIE:
GEBRUIK:
- Zet het apparaat aan met de aan/uit knop. (L)
- Selecteer de gewenste snelheid door op de
snelheidsknop (M) te drukken.
AANKOPPELING VAN EEN ACCESSOIRE
VAN DE HANDZUIGER:
- De handzuiger is ontworpen voor gebruik met
de volgende accessoires: (gebruik de meest
geschikte combinatie). (Fig. 2).
- Borstelmond: voorzien van een borstel waar-
mee u het oppervlak kunt afborstelen terwijl u
zuigt.
- Spleetzuigmond: Dit hulpstuk is speciaal
geschikt voor moeilijk toegankelijke spleten en
hoeken.
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
- Zet het apparaat uit met de aan/uit knop.
- Verwijder de batterijen wanneer u het apparaat
gedurende langere tijd niet zult gebruiken.
- Reinig het apparaat.
REINIGING
- Trek de stekker van het apparaat uit het stop-
contact en laat het afkoelen alvorens het te
reinigen.
- Maak het apparaat schoon met een vochtige
doek met een paar druppels afwasmiddel en
droog het daarna goed af.
- Gebruik geen oplosmiddelen of producten met
een zure of basische pH zoals bleekwater,
noch schuurmiddelen, om het apparaat schoon
te maken.
- Dompel het apparaat niet onder in water of
een andere vloeistof en houd het niet onder de