NL
Gebruik om te reinigen een borstel of
een doek, maar geen bijtende reini-
gings- of oplosmiddelen.
Gebruik om te reinigen van de motor
geen water, het zou de brandstofin-
stallatie kunnen verontreinigen.
•
De blade-behuizing schoon te maken
kan op de top van huisvesting (34)
een worden verbonden met slang
(zie fig.
).
•
Verwijder na het maaien vastklevende
plantenresten met een stuk hout of
plastic. Reinig in het bijzonder de ven-
tilatieopeningen, de uitwerpopening
en het bereik van de messen. Gebruik
geen harde of puntige voorwerpen, u
zou het apparaat kunnen beschadi-
gen.
•
Smeer de wielen van tijd tot tijd met
olie in.
•
Controleer de grasmaaier telkens vóór
gebruik op zichtbare gebreken zoals
losse, versleten of beschadigde on-
derdelen. Ga de vaste zitting van alle
moeren, bouten en schroeven na.
•
Controleer afdekkingen en bescher-
mingsinrichtingen op beschadigingen
en correcte zitting. Wissel deze even-
tueel uit.
Luchtfilter uitwisselen
Bedien het apparaat nooit zonder
luchtfilter. Stof en vuil geraken
anders in de motor en leiden tot
beschadigingen aan de machine.
1. Verwijder de cover aan de lucht
filter (10) en open het klepje.
2. Neem de luchtfilter (9) uit.
3. Vervang een defecte luchtfilter
door een nieuwe filter
(zie „reserveonderdelen").
72
4. Voor de montage brengt u de
nieuwe luchtfilter (9) in de lucht-
filterafdekking (10) aan.
5. Sluit de klep van de filter van de
lucht en snap het stevig.
Bougie wisselen / instellen
Versleten bougies of een te grote
ontstekingsafstand leiden tot een
vermindering van het vermogen
van de motor
1. Trek de bougiedop (
door gelijktijdig aan de bougie
(31) te trekken en te draaien.
2. Schroef de bougie (31) te gen de
richting van de wijzers van de
klok in met een bougiesleutel
uit.
3. Kijk de ontstekingsafstand met
behulp van een (in de gespeci-
aliseerde handel verkrijgbaar)
voelkaliber na. De ontstekings-
afstand moet 0,75 mm bedra-
gen.
4. Stel de afstand eventueel in
doordat u de aardelektrode van
de bougie voorzichtig buigt.
5. Reinig de bougie met een
draadborstel.
6. Breng de gereinigde en inge-
stelde bougie aan of vervang
een beschadigde bougie door
een nieuwe (aanbevolen aan-
zetmoment 20 Nm, met draai-
momentsleutel vastgesteld) .
11) af