Om ervoor te zorgen dat de transmissie koel blijft,
moeten de transmissieventilator en de koelribben
schoon zijn.
•
Gebruik eerst een borstel om te reinigen, voordat
u water gebruikt. Verwijder maaisel en vuil op
en rond de ventilator en koelribben van de
transaxle.
•
Inspecteer de koelventilator om er zeker van
te zijn dat de ventilatorschoepen schoon en
onbeschadigd zijn.
De vloeistof van de aandrijflijnpomp
inspecteren
•
Zorg ervoor dat de aandrijflijnpomp geen
vloeistof lekt.
•
Neem contact op met het dichtstbijzijnde
erkende servicecentrum of servicepunt als de
aandrijflijnpomp vloeistof lekt.
Het toespoor en de wielvlucht van de
voorwielen afstellen
Het toespoor en de wielvlucht van de voorwielen zijn
correct ingesteld in de fabriek. Het toespoor en de
wielvlucht van de voorwielen kunnen niet worden
afgesteld.
•
Neem contact op met een erkend servicecentrum
als het in de fabriek afgestelde toespoor of de
wielvlucht van de voorwielen is verlopen.
De zekering vervangen
Dit product is voorzien van een autozekering. De
zekeringhouder bevindt zich achter het dashboard.
1. Houd de zekeringhouder vast en trek de
doorgebrande zekering eruit.
2. Plaats een nieuwe zekering in de
zekeringhouder.
De motorkap en grille verwijderen en
monteren
1. Til de motorkap eraf.
2. Koppel de bedradingsstekker (A) van de
koplamp los.
1962 - 001 - 23.09.2022
A
3. Ga voor de zitmaaier staan. Houd de motorkap
aan de zijkanten vast. Kantel de motorkap in de
richting van de motor en til de motorkap op om
deze van het product te verwijderen.
4. Monteer in omgekeerde volgorde van
verwijderen.
De drijfriem voor de aandrijving vervangen
B
A
C
D
E
F
Parkeer het product op een vlakke ondergrond.
Schakel de parkeerrem in. Raadpleeg het plaatje
voor de rieminstallatie aan de onderkant van de
voetplaat links.
1. Verwijder de riem.
a) Verwijder de maaier. Zie
verwijderen en monteren op pagina 119 .
Let op:
Wees voorzichtig met de
aandrijfriem en de positie van de
riemgeleiders en -houders.
b) Koppel de kabelboom (A) van de koppeling
los.
c) Verwijder de antirotatiestang (B) aan de
rechterkant van de machine.
d) Verwijder de riem van de stationaire spanrol
(C) en koppelingsspanrol (D).
e) Verwijder de riem van de middelste spanrol
(E).
f) Trek de riem naar de achterkant van de
machine. Verwijder de riem voorzichtig van
de ingangspoelie van de transmissie en aan
de bovenkant van de schoepen van de
koelventilator (F).
g) Verwijder de riem van de motorpoelie en
rondom de elektrische koppeling (G).
G
H
I
Het maaidek
117