Tonen van de gebruiker
Linksboven aan het scherm worden de huidige avatar en gebruikersnaam getoond.
Vergrendel code
Ieder gebruikersprofiel wordt beschermd door een persoonlijke code van 4 cijfers. Wanneer de persoonlijke code niet is
ingesteld, is deze standaard 0000. Na drie foute pogingen zal het apparaat blokkeren en een ontgrendel-code vragen.
Deze code, die bestaat uit 6 cijfers, kan niet worden gewijzigd en is : 314159.
Traceability
Met deze interface-besturing kunnen alle stappen van een lasoperatie tijdens industriële processen, rups na rups,
worden getraceerd en geregistreerd. Dankzij deze kwalitatieve benadering kunnen er analyses en evaluaties van de
kwaliteit van het laswerk gerealiseerd worden, en is het mogelijk een rapport en documentatie van de opgeslagen
las-instellingen te maken. Met deze functie kunt u, in het kader van de norm EN ISO 3834, zeer precies en snel gege-
vens opvragen en opslaan. Deze gegevens kunnen weer worden opgeslaan op een USB stick.
1 - Start - Creëren van traceability
• Personaliseer de naam van de klus met een druk op de drukknop n° 3.
• Sampling:
- Hold De waarden Stroom/Spanning worden niet geregistreerd (gemiddelde over de lasnaad) tijdens het lassen.
- 250 ms, 500 ms, enz. : Opslaan van de waarden Stroom/Spanning (gemiddelde over de lasnaad) iedere «X»
milliseconden of seconden tijdens het lassen.
• Keuzes - OFF : eenvoudige traceability
• Keuzes - ON : volledige traceability
Teller lasnaden (ON/OFF)
Aantal lassen (ON/OFF)
Temperatuur (ON/OFF) : Temperatuur van het te lassen onderdeel aan het begin van de lasnaad.
Lengte lasrups (ON/OFF) : Lengte van de lasnaad (de meet-eenheden zullen worden getoond naar gelang de
gedefinieerde keuze in Instellingen /Meeteenheden).
Variabel : maakt het mogelijk om extra persoonlijke informatie toe te voegen (gewicht, opmerkingen, enz)
Druk op
om de traceability functie de activeren.
Tonen van de traceabiity
Linksboven op het scherm worden de naam van de klus en het n° van de lasnaad getoond (het n° van de lasnaad
is automatisch en kan niet worden gewijzigd).
Identificatie - Opties ON
Aan het eind van iedere lasnaad verschijnt een identificatie-venster : N° passage, N° Lassen, Temperatuur van het
te lassen onderdeel en/of de lengte van de lasnaad.
Bevestigen
Het bevestigen kan plaatsvinden op de IHM of met een druk op de trekker van de toorts.
Stop - Stop de traceability
Om de traceability functie te stoppen moet de gebruiker terugkeren naar het blok Traceability en «Stop» kiezen.
Exporteren
De informatie kan worden overgebracht met behulp van een USB stick.
De gegevens .CSV kunnen worden verwerkt in een spreadsheet (Microsoft Excel®, Calc OpenOffice®, enz.).
De naam van het file is gelinkt aan de naam en het serie n° van het apparaat.
41