REGELING VAN DE VENTILATORSNELHEID
Druk op de toets ON-OFF op de afstandsbediening.
Drukt men op de toets FAN, dan kan men de snel-
heid van de ventilator kiezen uit:
(AUTOMATISCH)
HIGH (HOOG)
MED (MIDDELMATIG)
LOW (LAAG)
wanneer de modi KOELING en VERWARMING zijn
geselecteerd. Deze functie verhoogt automatisch
de snelheid van de ventilator als het noodzakelijk
is om het koelings- of verwarmingseffect te ver-
hogen.
(TURBO)
Druk op de toets ON-OFF op de afstandsbediening.
Wanneer de toets TURBO, verschijnt op het display
het symbool "
".
Door middel van de Turbo-functie bereikt de air-
conditioner de ingestelde temperatuur binnen
zeer kort tijdsbestek. In de bedrijfsmodus TURBO
is het mogelijk om de richting van de luchtstroom
en de timer in te stellen. Om de modus TURBO te
verlaten, drukt u op een willekeurige toets van de
afstandsbediening; het display keert terug naar de
originele modus.
N.B.:
De toetsen SLEEP en AUTO kunnen niet worden
gebruikt in de modus TURBO.
(SILENCE)
Druk op de toets SILENCE om de functie SILENCE
in te schakelen in de modus VERWARMING of KOE-
LING, Op het display verschijnt het symbool "
De functie SILENCE maakt het mogelijk dat de ai-
rconditioner een minimale snelheid van de venti-
lator van de interne eenheid instelt, waardoor de
ruimte zeer stil wordt. In de SILENCE modus kunt
u de TIMER en FOLLOW ME instellen.
Om de functie uit te schakelen, houdt u opnieuw de
toets SILENCE.
".
BE
87