NEDERLANDS
Functies
Na het selecteren van het programma kunnen de
verschillende functies worden ingesteld, indien nodig.
Droogniveau
Druk de daarvoor voorziene toets verschillende keren in om in
te stellen hoe vochtig de kledingstukken na afloop mogen zijn.
De indicator geeft de geselecteerde vochtigheidsgraad aan.
Strijkdroog: voor delicaat strijken. Geschikt om het
strijken van kledingstukken meteen na het einde van de cyclus
makkelijker te maken.
Kledinghangerdroog: een vochtigheidsgraad die bedoeld
is voor delicate kledingstukken die klaar zijn om te worden
opgehangen.
Kastdroog: de kledingstukken zijn klaar om te worden
opgevouwen en weggelegd.
Extra droog: gebruikt voor kledingstukken die na het einde
van de cyclus kunnen worden gedragen.
Getimed drogen
Met deze functie kan de droogtijd worden ingesteld. Druk op
de daarvoor voorziene toets om de gewenste droogtijd in te
stellen. Een indicator op het bedieningspaneel geeft de tijd aan
die wordt geselecteerd.
Start vertraging
Met deze functie kunt u de vertraging voor het starten van de
cyclus instellen. Druk meerdere keren op de daarvoor voorziene
toets tot u de gewenste vertraging hebt bereikt. Nadat u de
maximaal instelbare tijd hebt bereikt, wordt de functie gereset
door nog eens op toets te drukken. Een indicator op het
bedieningspaneel geeft de tijd aan die wordt geselecteerd.
Nadat u de Start/Pauze-toets hebt ingedrukt, geeft de machine
aan hoeveel tijd er overschiet tot de cyclus begint. Indien de
deur wordt geopend en dan weer wordt gesloten, moet er op de
Start/Pauze-toets worden gedrukt.
Snel
Maakt sneller drogen mogelijk.
Fris Plus
Als kledingstukken in de trommel achterblijven na het einde
van de cyclus, kunnen er zich bacteriën vermenigvuldigen. Met
deze functie kunt u deze vermenigvuldiging voorkomen door
de temperatuur en het draaien van de trommel te controleren.
Deze behandeling kan maximaal 6 uur duren na het einde van
het ingestelde programma. Deze functie blijft in het geheugen
als het bij de vorige droogsessie is geselecteerd.
Als deze functie samen met de startvertraging wordt gebruikt,
dan wordt een kreukbehandeling (de trommel draait
regelmatig) toegevoegd aan de startvertragingsfase.
Toetsenvergrendeling
Met deze functie worden alle machinebedieningen vergrendeld,
behalve de Aan-/Uit-toets. Wanneer de machine aanstaat:
Om de functie in te schakelen, houdt u de toets ingedrukt tot
het indicatielampje begint te branden. Om de functie uit te
schakelen, houdt u de toets ingedrukt tot het indicatielampje
dooft. Deze functie blijft in het geheugen als het bij de vorige
droogsessie is geselecteerd.
Einde cyclus
Deze functie zorgt ervoor dat de zoemer langer weerklinkt aan
het einde van de cyclus. Schakel ze in als u niet zeker bent dat u
het normale geluid aan het einde van de cyclus zult horen. Deze
functie blijft in het geheugen als het bij de vorige droogsessie is
geselecteerd.
Stil
Deze functie schakelt alle geluiden van het bedieningspaneel
uit. Enkel waarschuwingen blijven actief.
•
Om de functie in te schakelen, houdt u de toets ingedrukt
tot het indicatielampje begint te branden.
•
Om de functie uit te schakelen, houdt u de toets ingedrukt
tot het indicatielampje dooft.
OPTIETOETSEN
Met deze toetsen kan het geselecteerde programma worden
gepersonaliseerd op basis van uw voorkeuren. Niet alle opties
zijn voor alle programma's beschikbaar. Sommige opties zijn
niet compatibel met eerder ingestelde opties. De zoemer en/
of knipperende indicatielampjes geven aan als er iets niet
compatibel is. Als de optie beschikbaar is, blijft de indicator
van de optie branden. Sommige opties blijven in het geheugen
van het programma als ze bij de vorige droogsessie zijn
geselecteerd.
51