Bediening
3
Opzetstukken gebruiken
Plaats het gewenste opzetstuk in de werkkom. Vul het te verwerken voedsel in de werkkom en
sluit deze af met de deksel.
Kneedhaak: voor het kneden
van deeg (gebak/brood-
deeg etc.).
4
Wisselschijven gebruiken
Om voedsel zoals groenten of kaas te raspen, plaatst u eerst het verbindingsstuk en vervolgens
de gewenste wisselschijf. Sluit de werkkom af met de deksel.
1A
1B
Fijne wisselschijf:
Voor fijn raspen (1A) of
snijden (1B).
68
Hakmes: voor het hakken van
vlees, uien.
Voorzichtig: Houd de kom
stevig vast bij sterke trillingen!
2A
2B
Grove wisselschijf:
Voor grof raspen (2A) of
snijden (2B).
Voorzichtig:
gevaar voor
snijdwon-
den!
Roeropzetstuk: bijvoorbeeld
voor slagroom of eiwit en
voor het maken van mayo-
naise.
Plaats het voedsel door de
invoerschacht in de deksel.
NL