AUTOMATISCHE DIAGNOSE
Het apparaat beschikt over een automatisch diagnosesysteem dat in staat is een aantal waarschuwingen/storingen te identificeren.
Foutmeldingen worden weergegeven op het display van het apparaat.
ALS ... WORDT WEERGEGEVEN,
"Low Temperature" (Lage temperatuur)
(Vorstbeveiliging)
..WAT MOET IK DOEN?
Het apparaat is voorzien van een voorzie-
ning voor vorstbeveiliging om een over-
matige ijsvorming te voorkomen. Het
apparaat zal weer starten wanneer het
ontdooiingsproces is voltooid.
TIPS VOOR EEN CORRECT GEBRUIK
Neem, voor optimale prestaties van uw airconditioner, de vol-
gende aanbevelingen in acht:
•
Sluit de ramen en deuren van de ruimte waar de aircondi-
tioner gebruikt wordt. Bij een semi-permanente installatie
van de airconditioner moet er een deur op een kier blijven
(ongeveer 1 cm) om goede ventilatie te garanderen.
•
Gebruik het apparaat nooit in zeer vochtige omgevingen
(bijv. wasruimtes).
•
Bescherm de ruimte tegen directe blootstelling aan de zon
door de gordijnen en/of jaloezieën gedeeltelijk te sluiten,
om zo een zuinigere werking van het apparaat mogelijk te
maken.
•
Gebruik het apparaat nooit buitenshuis.
•
Zorg ervoor dat er in de ruimte geen warmtebronnen aanwe-
zig zijn.
•
Zorg ervoor dat de airconditioner geplaatst is op een vlakke
ondergrond.
bedek het apparaat niet
ALS ... WORDT WEERGEGEVEN,
"Probe Failure" (Storing sonde)
(Sonde beschadigd)
..WAT MOET IK DOEN?
Neem in geval van deze weergave con-
tact op met uw plaatselijk erkend servi-
cecentrum.
•
•
REINIGING
Voorafgaand aan de reiniging of het onderhoud moet het appa-
raat worden uitgeschakeld met de toets
stekker uit het stopcontact te verwijderen.
REINIGING VAN DE BUITENKANT
Het apparaat kan gereinigd worden met een licht vochtige doek
en daarna met een droge doek. Om veiligheidsredenen mag de
airconditioner nooit gewassen worden met water.
Opgelet! Gebruik voor de reiniging van het apparaat nooit benzi-
ne, alcohol of oplosmiddelen. Besproei het nooit met insecticiden
of soortgelijke vloeistoffen.
HET LUCHTFILTER REINIGEN
Om de airconditioner efficiënt te houden, wordt aangeraden om
de filters A5 en A6 wekelijks te reinigen. De filters moeten voor
de reiniging worden verwijderd zoals aangegeven op afbeelding
7. Gebruik een stofzuiger om het eventuele stof op te zuigen. Als
het erg vuil is, kan het worden ondergedompeld in warm water
en verschillende keren worden afgespoeld. Het water mag niet
warmer zijn dan 40°C.
Nadat het filter is gewassen, moet het goed opdrogen.
Vervolgens kan het worden teruggeplaatst in de zitting
40
ALS ... WORDT WEERGEGEVEN,
"High Level" (Hoog niveau)
..WAT MOET IK DOEN?
Ledig de interne veiligheidstank volgens
C11
de aanwijzingen van deel "Handelingen
aan einde seizoen".
C15
C8
C10
C14
Plaats nooit voorwerpen op de airconditioner, van welke
aard dan ook.
Belemmer nooit de luchtinlaat- of luchtuitlaatroosters.
C3
C2
(Interne bak vol)
C5
C6
C7
C9
C12
C13
C4
C1
, om vervolgens de