Veiligheidsinstructies
Symbool Betekenis
Veiligheidsschoenen dragen!
Draag veiligheidshandschoenen!
Beschermen tegen regen en vocht!
2.6
Productoverzicht (02)
Nr.
Onderdeel
1
Beschermkap van de geleiderail
2
Inbussleutel met schroevendraaier
3
Zaagblad
4
Zaagketting
5
Kettingspanschroef
6
Boomaanslagklauw
7
Draai-/grendelscharnier
8
Blokkering voor draai-/grendelscharnier
9
Koppeling voor verlengbuis of basisap-
paraat
10
Verlengbuis MTA 130 MT (Art.-Nr.
127637)*
11
Kijkglas olietank
12
Vulopening van de olietank
13
Kettingwieldeksel
14
Bevestigingsbout
* Niet in de leveringsomvang inbegrepen, is apart
verkrijgbaar.
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
OPMERKING Neem de veiligheidsinstruc-
ties van het basisapparaat in acht! Zie ge-
bruiksaanwijzing "Multitool MT 130 – basisappa-
raat".
443445_a
3.1
Veiligheidsinstructies voor kettingzagen
■
Houd bij lopende zaag alle lichaamsdelen
uit de buurt van de zaagketting. Contro-
leer voor het starten van de zaag of de
zaagketting niets raakt. Bij werkzaamheden
met een kettingzaag kan een moment van
onoplettendheid ertoe leiden dat kleding of li-
chaamsdelen door de zaagketting gegrepen
worden.
■
Houd de kettingzaag altijd met uw rechter-
hand aan de achterste greep en uw linker-
hand aan de voorste greep vast. Het vast-
houden van de kettingzaag in een omgekeer-
de werkhouding verhoogt het gevaar voor let-
sel en mag nooit zo worden vastgehouden.
■
Houd de kettingzaag alleen aan de geïso-
leerde handvaten vast omdat de zaagket-
ting in aanraking kan komen met verbor-
gen stroomleidingen. Het contact van de
zaagketting met een spanningvoerende kabel
kan metalen apparaatonderdelen onder
spanning zetten en tot een elektrische schok
leiden.
■
Draag oogbescherming. Verdere bescher-
mingsmiddelen voor gehoor, hoofd, han-
den, benen en voeten worden aanbevolen.
De juiste beschermkleding vermindert het ge-
vaar voor letsel door rondvliegend spaander-
materiaal en toevallige aanraking van de
zaagketting.
■
Werk met de kettingzaag niet op een
boom, een ladder, vanaf een dak of op een
instabiele ondergrond. Bij gebruik op die
manier is er gevaar voor ernstig letsel.
■
Let altijd op een stabiele positie en ge-
bruik de kettingzaag alleen wanneer u op
een stevige, veilige en vlakke ondergrond
staat. Een gladde of instabiele ondergrond
kan ertoe leiden, het evenwicht of de controle
over de kettingzaag te verliezen.
■
Houd er bij het knippen van een tak die
onder spanning staat rekening mee dat
deze terugveert. Als de spanning in de hout-
vezels vrijkomt kan de gspannen tak de ge-
bruiker raken en/of de kettingzaag buiten
controle brengen.
■
Wees bijzonder voorzichtig bij het snoei-
en van kreupelhout en jonge bomen. Het
dunne materiaal kan in de zaagketting vast
komen te zitten en u raken of u uit uw even-
wicht brengen.
■
Draag de kettingzaag bij de voorste greep
in uitgeschakelde toestand, de zaagket-
27