Verplaats de aanwijzer (29) naar de nulstand op de
u
schaalverdeling (10).
Voeg de gewenste freesdiepte toe aan de uitgangspositie.
u
Verplaats de dieptestopbalk (9) naar de berekende positie
u
op de schaalverdeling.
Draai de vergrendelschroef (28) vast.
u
Voer een fijnafstelling uit met de stelknop (30).
u
Duw de hendel voor de dieptevergrendeling (4) omhoog
u
en laat de bovenfrees terugkeren naar de oorspronkelijke
positie.
Schakel de bovenfrees in en breng het apparaat
u
vervolgens omlaag en voer de gewenste freesbewerking
uit.
De freesdiepte afstellen met behulp van een stuk
hout (Afb. J)
Monteer de freesbit en breng de bovenfrees omlaag, zoals
u
hierboven wordt beschreven.
Trek de dieptestopbalk (9) omhoog.
u
Plaats een stuk hout van een dikte die gelijk is aan de
u
gewenste freesdiepte tussen de dieptestop (7) en de
dieptestopbalk (9).
Draai de vergrendelschroef (28) vast.
u
Voer een fijnafstelling uit met de stelknop (30).
u
Neem het stuk hout weg.
u
Duw de hendel voor de dieptevergrendeling (4) omhoog
u
en laat de bovenfrees terugkeren naar de oorspronkelijke
positie.
Schakel de bovenfrees in en breng het apparaat
u
vervolgens omlaag en voer de gewenste freesbewerking
uit.
De roterende dieptestop afstellen (Afb. K)
Wanneer u de roterende dieptestop op de gewenste instelling
hebt gedraaid, kunt u de te gebruiken dieptestop nauwkeurig
afstellen. Als u een aantal freeshandelingen wilt uitvoeren met
een verschillende diepte, stel dan elk van de dieptestops af.
De snelheid instellen
Zet de regelknop (3) voor de snelheid op de gewenste
snelheid. Gebruik een hoge snelheid voor freesbits met een
kleine diameter. Gebruik een lage snelheid voor freesbits met
een grote diameter.
Een lat als geleider gebruiken (Afb. L)
Wanneer een kantgeleider gebruiken niet mogelijk is,
bijvoorbeeld wanneer u in het achterpaneel van een
boekenkast groeven freest voor de ondersteuning van
planken, ga dan als volgt te werk:
Kies een stuk hout met een rechte kant dat u als lat kunt
u
gebruiken.
Plaats de lat op het werkstuk.
u
(Vertaling van de originele instructies)
Verplaats de lat naar de juiste positie voor het geleiden
u
van het gereedschap.
Klem de lat stevig op het werkstuk vast.
u
De sjabloongeleider gebruiken (Afb. D)
Met de sjabloongeleider kunt u een vorm uitfrezen volgens
een sjabloon, bijvoorbeeld een letter.
Zet het sjabloon met dubbelzijdig tape of met lijmklemmen
u
vast op het werkstuk.
De freesbit moet tot onder de flens van de
u
sjabloongeleider uitsteken, zodat u de vorm van het
sjabloon uit het werkstuk kunt frezen.
De afstandhouder gebruiken (Afb. E)
(Afstandhouder niet meegeleverd)
Met het afstandstuk kunt u verticale projecties uit hout of uit
gelamineerd hout frezen.
De centreerpen gebruiken (Afb. F)
Met behulp van de centreerpen kunt u cirkelvormige patronen
uitfresen.
Boor in het midden van de uit te frezen cirkel een gat voor
u
de punt van de centreerpen.
Plaats de freesmachine op het werkstuk met de punt van
u
de centreerpen in het al eerder geboorde gat.
Stel met de balken de straal van de cirkel af.
u
U kunt nu de bovenfrees over het werkstuk verplaatsen en
u
de cirkel uitfrezen.
De kopieergeleider gebruiken (Afb. G)
(kopieergeleider niet meegeleverd)
De kopieergeleider helpt een gelijke freesafstand aan te
houden langs de rand van werkstukken die een onregelmatige
vorm hebben.
Plaats de bovenfrees op het werkstuk op de gewenste
u
afstand van de te kopiëren rand.
Stel de balken van de kantgeleider af tot het wiel contact
u
maakt met het werkstuk.
In- en uitschakelen
Inschakelen
Houd de knop voor de vergrendeling in de uit-stand (2)
u
ingedrukt en druk op de aan/uit-schakelaar (1).
Laat de knop voor vergrendeling in uit-stand los.
u
Uitschakelen
Laat de Aan/Uit-schakelaar (1) los.
u
Waarschuwing! Houd het gereedschap altijd met beide
handen vast.
NEDERLANDS
37