- 7, 8, 9, 10 -
De weergave van de ligging van de draadbundel bij het stuur links of rechts in het voorste
deel van het voertuig onder het schakelpaneel (afb. 9, 10). Na het doortrekken van de
draden alle benodigde draden uit de bestaande draadbundel van het voertuig met het
gereedschap uit de uittrekkerset losmaken en deze als volgt met de draadbundel van de
trekhaak verbinden.
- Zekeringshouder
- Afb. 7 - geldt voor voertuigen van KW 22/ 2014 tot KW 45/ 2014
- De verbindingsdraad (E) - met de platte huls met het bijbehorende einde op insteekplaats
122 aansluiten. De draad met de contactbeschermingskap (F) beveiligen. Het andere
draadeinde (platte huls) op de insteekplaats F 21 aansluiten.
- De rood/groene draad op insteekplaats F 28A aansluiten.
- De grijs/zwarte draad op insteekplaats F 38A aansluiten.
- De rode draad op insteekplaats F 44A aansluiten.
- De rood/witte draad met de platte huls op insteekplaats F 21A aansluiten.
- In de bezette insteekplaatsen de bijbehorende zekeringen (G, H, J) insteken.
- De resterende rood/witte draad met de dubbele huls isoleren en zodanig op een geschikte
plaats aan de draadbundel bevestigen dat deze niet kan losraken. De zekering (H) 15 A ATO
en de verbindingsdraad (D) uit de set blijven over.
- Afb. 8 - geldt voor voertuigen vanaf KW 45/ 2014
- De verbindingsdraad (D) met de dubbele huls met het bijbehorende einde op insteek-
plaats 121 aansluiten. De draad met de contactbeschermingskap (F) beveiligen. Het andere
draadeinde (dubbele huls) op insteekplaats F 22 aansluiten.
- De rood/groene draad op insteekplaats F 28A aansluiten.
- De grijs/zwarte draad op insteekplaats F 38A aansluiten.
- De rode draad op insteekplaats F 44A aansluiten.
- De rood/witte draad met de dubbele huls op insteekplaats F 22A aansluiten.
- In de bezette insteekplaatsen de bijbehorende zekeringen (H, J) insteken.
- De resterende rood/witte draad met de platte huls isoleren en zodanig op een geschikte
plaats aan de draadbundel bevestigen dat deze niet kan losraken. De zekering (G) 15 A MINI
en de verbindingsdraad (E) uit de set blijven over.
Opmerking. Bij het stuur rechts is de toegang tot de zekeringshouder
moeilijk geworden. De draden op de gebruikelijke manier aansluiten.
- BCM-regeleenheid
- De zwart/rode draad met de zwart/rode draad van de stekker C - PIN 58 verbinden.
- De oranje/bruine draad met de oranje/bruine draad van de stekker A - PIN 17 verbinden.
- De oranje/groene draad met de oranje/groene draad van de stekker A - PIN 16 verbinden.
- De zwart/paarse draad met de zwart/paarse draad van de stekker A - PIN 14 verbinden.
Opmerking. Onder het schakelpaneel de draden aan de zekeringshou-
der en BCM-regeleenheid vastmaken met kabelbinders om contact met
andere componenten onder het schakelpaneel te vermijden. Tegelijk
moet het mogelijk blijven om de zekeringshouder en de stekkers van
de BCM-regeleenheid te kunnen losmaken.
NL
41