Veiligheid
2.7
Ongevallenpreventie
•
Beveilig het werkgebied voor onbevoegden, vooral kinderen, over een groot gebied.
•
Voorzichtig bij onweer - gevaar door blikseminslag!
Stop, afhankelijk van de intensiteit van het onweer, zo nodig met het werken met de apparatuur.
•
Verlicht het werkgebied voldoende.
•
Wees voorzichtig met natte, bevroren, ijzige en vuile bouwmaterialen!
Het gevaar bestaat dat het grijpmateriaal eruit glijdt. GEVAAR VOOR ONGELUK!
2.8
Functionele en visuele controle
2.8.1
Algemeen
•
Voor elk gebruik op werking moet gecontroleerd worden of het toestel goed functioneert en of het zich
in goede staat bevindt.
•
Onderhoud, smering en opheffen van storingen aan het toestel mogen uitsluitend buiten bedrijf
plaatsvinden!
•
Bij gebreken die de veiligheid betreffen, mag het toestel pas nadat de gebreken volledig zijn verholpen
weer in gebruik worden genomen.
•
In geval van scheuren, kieren of beschadigingen aan gelijk welke delen van het apparaat moet elke
gebruik van het apparaat onmiddellijk stop gezet worden.
•
De handleiding van het toestel moet op de werklocatie altijd kunnen worden geraadpleegd.
•
De op het toestel aangebrachte typeplaatje mag niet worden verwijderd.
•
Onleesbare verwijzingsplaatjes (zoals verbods- en waarschuwingstekens) moeten worden vervangen.
53100370
7 / 20
NL