Specificaties; Installatie-Instructies - Garmin GT41 Traditional Instrucciones De Instalación

12-pins transducer-adapter Installatie-
instructies
Aandachtspunten voor de montageplek
Gebruik de adapter om uw 12-pins echolood aan te sluiten op
een compatibele 12-pins, 8-pins of 6-pins transducer met
gestripte draden.
• Vanaf de montageplaats van het toestel moet de
adapterkabel de transducer-connector op het echolood
gemakkelijk kunnen bereiken.
• Zorg dat het toestel niet onder water raakt.
• Het toestel moet worden gemonteerd op een afstand van
minimaal 15,25 cm (6 in.) van een bron van elektrische
interferentie, zoals een motor.
• Als het montageoppervlak niet geschikt is voor schroeven,
moet u het toestel met kabelbinders (niet meegeleverd)
bevestigen op de ondergrond.
Benodigd gereedschap
• Boormachine en 3,2 mm (
• Nr. 2 kruiskopschroevendraaier
• 3 mm platte schroevendraaier
• Kabelbinders (optioneel)
• Draadkniptang
• Draadstriptang
13
• 21 mm ( / in.) moersleutel
16
• 15 mm (of verstelbare) moersleutel (optioneel)
Het toestel bevestigen
1
Gebruik het boortje van 3,2 mm (
voorboorgaatjes te boren.
2
Steek de schroeven in de voorboorgaten, maar draai ze niet
helemaal vast in het oppervlak.
3
Plaats de adapter op de schroeven en schuif de adapter op
zijn plaats.
4 Sluit de draden aan op de ongemonteerde adapter.
5 Draai de schroeven aan tot het toestel stevig is bevestigd op
de ondergrond.
Het toestel op een transducer aansluiten
De transducer voorbereiden op aansluiting op de
adapter
Controleer voordat u met de installatie begint of uw transducer
compatibel is. Snelheidswieltjes worden niet ondersteund op
een 12-pins connector.
1
Knip voor een transducer met een 12-pins, 8-pins of 6-pins
connector de connectorkabel zo dicht mogelijk bij de
connector af.
34
1
/ in.) boortje
8
1
/ in.) om de
8
2
Voer het afgeknipte uiteinde van de kabel
aan de zijkant van de behuizing en trek de kabel er aan de
andere kant uit.
3
Verwijder met de striptang ongeveer 90 mm (3
buitenmantel en folie-afscherming om de kabel.
4
Verwijder met de striptang ongeveer 6 mm (
van elke binnendraad
OPMERKING: Vertinnen van de gestripte draaduiteinden
wordt aanbevolen.
5 Bij transducers zonder temperatuursensor kunt u met een
15 mm (of verstelbare) moersleutel een afzonderlijke
temperatuursensor aansluiten via de moer
onderkant van de behuizing (optioneel).
De transducerdraden aansluiten op de 12-pins
adapter
1
Sluit met een 3 mm platte schroevendraaier de
transducerdraden aan op het draadblok in de 12-pins
adapter, zoals weergegeven in de draadbloktabel.
OPMERKING: De draadfuncties voor sommige Garmin en
Airmar transducers kunt u opzoeken in de draadbloktabellen.
Draadbloknummer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
2
Als de draden goed zijn bevestigd, draait u met een 21 mm
13
( / in.) moersleutel de moer rond de transducerkabel vast.
16
3
Plaats de kap op de adapter en bevestig deze met de vier
kruiskopschroeven.

Specificaties

Specificatie
Afmetingen (B×H×L)
Kabellengte
Waterbestendigheid
*Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water
tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga
voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
Draadbloktabellen
door de moer
1
/
2
1
/ in.) isolatie
4
.
aan de
Draadfunctie
Afscherming/aarde
Temp +
GID
XID
Rechts - / Lage diepte -
Rechts + / Lage diepte +
Omlaag - / Hoge diepte -
Omlaag + / Hoge diepte +
Links +
Links -
Gereserveerd 1
Gereserveerd 2
Waarde
59,1 x 48,97 x 104 mm (2,3 x 1,9 x
4,1 in.)
61 cm (24 in.)
IEC 60529 IPX7*

Installatie-instructies

in.) van de