Figuur 18: inductieve modus-toets
3. Lagere frequenties koppelen onvoldoende inductief.
Gebruik in de inductieve modus hogere frequenties
om een goed signaal op de ontvanger te krijgen.
4. Noteer dat de leiding waarin een stroom wordt
geïnduceerd in beide richtingen moet worden geaard
opdat er een signaal kan worden geïnduceerd uit de
buurt van de zender.
5. De zender in inductieve modus genereert een veld in
de lucht er rondom alsook in de grond eronder. Als
de ontvanger zich binnen 6 à 9 meter van de zender
bevindt, zal hij dat veld meten in plaats van het
veld op de doelgeleider. Plaats de zender minstens
6 meter verwijderd van het gebied waar het traceren
plaatsvindt ten einde deze "luchtkoppeling" te
vermijden.
Figuur 19: luchtkoppeling
Inductieve toets
Oriëntatiemarkering
Ridge Tool Company
SeekTech
6. De beste manier om na te gaan of u het geïnduceerde
signaal in een leiding ontvangt en niet het signaal dat
rechtstreeks afkomstig is van de zender via de lucht
(luchtkoppeling) bestaat er gewoonlijk in een geldige
dieptemeting uit te voeren en te zoeken naar een
sterk nabijheidssignaal.
OPMERKING: Wanneer de ST-510 de inductieve modus
staat, moet u de inductieve modus uitschakelen wanneer u
het instrument in de rechtstreekse-aansluitingsmodus wenst
te gebruiken. Luchtkoppeling kan zeer verwarrende signalen
genereren wanneer u het instrument probeert te gebruiken
met een rechtstreekse aansluiting terwijl het in de inductieve
modus staat.
ST-510
®
Tools For The Professional
TM