Reinigen van moeilijk bereikbare plaatsen of waar zui-
gen niet mogelijk is, bijv. bladeren uit het grindbed.
Afbeelding
Zuigslang in blaasaansluiting steken, de blaasfunc-
tie is zo geactiveerd.
Werking onderbreken
Apparaat uitschakelen.
Afbeelding
Vloerkop in de opbergpositie hangen.
Instructie: Indien tijdens de werkonderbreking de zuig-
kop moet worden verwijderd, kan de accupack blijven
steken. Het accupack is vast vergrendeld en kan niet
vallen.
De werkzaamheden beëindigen
Apparaat uitschakelen.
Afbeelding
De toets voor de ontgrendeling van het accupack
naar voren schuiven en het accupack uit het appa-
raat halen.
Indien nodig accupack opnieuw opladen (zie
hoofdstuk "Accupack opladen").
Aanbeveling: Accupack na beëindiging van het werk
uit het apparaat halen.
Reservoir ledigen
Afbeelding
Apparaatkop afnemen en reservoir ledigen.
Apparaat opbergen
Afbeelding
Accessoires aan het apparaat opbergen en appa-
raat in een droge ruimte bewaren.
VOORZICHTIG
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Neem bij het transport het gewicht van het apparaat in
acht.
Transport met de hand
Apparaat aan de draaggreep optillen en dragen.
Transport in voertuigen
Apparaat beveiligen tegen verschuiven en kante-
len.
Algemene onderhoudsinstructies
Apparaat en toebehoren uit kunststof met een ge-
wone kunststofreiniger onderhouden.
Reservoir en accessoires indien nodig met water
uitspoelen en laten drogen voor verder gebruik.
Controleer laadcontacten regelmatig op verontrei-
niging en reinig eventueel.
Controleer ventilatieopeningen op verontreiniging
en reinig eventueel.
24
Blaasfunctie
Vervoer
Onderhoud
Patronenfilter reinigen
Afbeelding
Het patronenfilter kan indien nodig onder stromend
water worden gereinigd. Om dit te doen, draait u
het patronenfilter in de richting van het symbool
om het filter te ontgrendelen en te verwijderen.
Afbeelding
Het patronenfilter niet tijdens het reinigen afwrijven
of afborstelen.
Het patronenfilter volledig laten drogen voordat u
het opnieuw gebruikt.
Afbeelding
Bij herinschakeling patronenfilter op filterkorf mon-
teren en in de richting van het symbool
en ervoor zorgen dat het correct is bevestigd.
Hulp bij storingen
Apparaat draait niet
Afbeelding
Accupack zit niet goed in de accuhouder. Accu-
pack in de accuhouder schuiven en laten vergren-
delen.
Ladingstoestand van het accupack (zie display) te
zwak; indien nodig, accupack opladen.
Accupack of oplaadapparaat defect, accupack of
oplaadapparaat door nieuw toebehoren vervan-
gen.
Het apparaat schakelt zelf uit.
Oververhitting van apparaat/accupack. Kort wach-
ten zodat apparaat/accupack kan afkoelen.
Reservoir is vol water, waardoor wordt de vlotter
wordt geactiveerd. Reservoir legen.
Te weinig zuigcapaciteit
Toebehoren, zuigslang of zuigbuis zijn verstopt.
Verstopping met een geschikt hulpmiddel verwijde-
ren.
Afbeelding
Filterzak is vol, nieuwe filterzak aanbrengen.
Afbeelding
Patroonfilter is vuil, patroonfilter afkloppen en in-
dien nodig onder stromend water reinigen.
Beschadigd patroonfilter vervangen.
Aanbeveling: Patronenfilter 1x per jaar vervangen.
Technische gegevens
Accupack en snellader in de levering inbegrepen van:
WD 3 Battery Set
WD 3 Battery Premium Set
(Accupack Battery Power 36/25 / Standaardoplaadap-
paraat Battery Power BC 36 V)
Apparaat
Batterijspanning
Nominaal vermogen
Veiligheidsklasse
Beveiligingsklasse
Technische veranderingen voorbehouden!
– 8
NL
draaien
V
36
W
300
III
IPX4