Gebruiksnormen
BEDIENINGS EN BESTURINGSAPPARATUUR (Fig. A)
Pos. 1
Lijnonderbreker. In de positie "O" staat de soldeerder uit.
Pos. 2
Snelle verbindingsaansluitingen van de kabels van de
tang elektrodensteun en massa's.
Pos. 3
Gele THERMOSTAATLED. Wanneer deze LED gaat
branden betekent het dat de oververhittingbescherming
geactiveerd is omdat buiten de bedrijfscyclus gewerkt
wordt. Enkele minuten wachten alvorens verder te gaan
met het soldeeren.
Pos. 4
Vermogensmeter regulering soldeerstroom.
1
5
4
3
2
FIG. A
FIG. B
6
Pos. 5
Tweekleurige LED (rood - groen) die de aanwezigheid
van spanning naar de lasklemmen aanduidt (LST).
Kleur LED
Rood
Groen
Pos. 6
Keuzeschakelaar 3 lasprocédés:
• ELEKTRODE - Voor het lassen van basische en "cel-
lulose" elektroden met "Arc Force" en "Hot Start".
• ELEKTRODE Cr-Ni - Voor het lassen van roestvrij
staal met het speciale zachte boogkenmerk.
• TIG - Voor het TIG lassen met "Lift" boog-trekker met
thermische controle (TCS) waardoor tungsten-inslui-
ting tot het minimum beperkt wordt en boogtrekken
ook op de lashoek mogelijk wordt.
Lassen elektrode MMA (Fig. B)
Het elektrodelassen wordt gebruikt voor het lassen van de mees-
te metalen (verschillende soorten staal, enz.) met toepassing van
basische en cellulosehoudende elektroden en rutielelektroden met
een doorsnede van Ø 1,6 mm t/m Ø 4,0 mm.
1) Verbinding laskabel:
De laskabels moeten steeds aangesloten worden bij een ma-
chine die afgekoppeld is van het netwerk. De kabels aanslui-
ten aan de uitgangsklemmen (Positief en Negatief) van de
lasmachine, door deze met de voorziene uiteinden voor het
soort te gebruiken elektrode (Fig. B) te verbinden aan de klem
en aan de aardingsleiding. Men moet zich in alle geval aan de
aanwijzingen houden die verschaft worden door de fabrikan-
ten van elektroden. De laskabels moeten zo kort mogelijk zijn
en moeten onderling dicht bij mekaar aansluiten. Ze moeten
zich evenwijdig met de vloer bevinden en er dichtbij..
2) De lasstroom moet afgesteld worden bij middel van de poten-
tiometer (Pos. 4, Fig. A).
3) De keuzeschakelaar (Pos. 6, Fig. A) op ELEKTRODE (voor
het lassen van basische en "cellulose" elektroden met "Arc
Force" en "Hot Start") of Cr-Ni ELEKTRODE (voor het lassen
van roestvrij staal met speciale eigenschappen voor een zach-
tere boog) zetten.
4) De lasmachine in werking stellen door positie 1 te kiezen op
de lijnschakelaar (Pos. 1, Fig. A).
5) De tweekleurige LED (Pos. 5, Fig A) zal groen worden wat be-
tekent dat de vrd functie geactiveerd is.
6) Om de VRD voorziening te "deactiveren" en dus met het las-
sen te beginnen is het nodig deze eenvoudige procedure uit te
voeren: vooreerst het stuk aanraken met de elektrode, daarna
de boog weghalen en de boog ontsteken binnen een MAX tijd
van 0,3 seconden, zoniet, eens deze tijd verstreken treedt de
VRD voorziening in werking en wordt het lassen verhinderd.
Door de boog te ontsteken wordt het smelten veroorzaakt van
de elektrode, de bekleding ervan vormt een beschermings-
slak. Vervolgens verder doen met lassen door de elektrode
van links naar rechts te bewegen en door een hellingshoek te
vormen van circa 60° tegenover het metaal, afhankelijk van
de lasrichting.
Tijdens de lasfase kan de vrd LED rood worden, wat niet be-
tekent dat de lasmachine slecht functioneert maar wat bete-
kent dat de vrd voorziening gedesactiveerd is om het lassen
mogelijk te maken.
DIKTE VAN SOLDEERING
(mm)
1,5 ÷ 3
3 ÷ 5
5 ÷ 12
≥ 12
Ø ELEKTRODE (mm)
1,6
2
2,5
3,25
4
30
Spanning naar de
lasklemmen
U2 > 35
U2 ≤ 35
Tabel 3
Ø ELEKTRODE (mm)
2
2,5
3,25
4
Tabel 4
STROOM (A)
30 ÷ 60
40 ÷ 75
60 ÷ 110
95 ÷ 140
140 ÷ 190