Controleer of het ventilatierooster van het ap-
•
paraat niet verstopt is door stof, vuil of andere
voorwerpen.
Laat het apparaat niet op een oppervlak achter
•
terwijl het in werking is.
Het apparaat niet gebruiken om mascottes of
•
dieren te drogen.
Gebruik het apparaat niet om kledingstukken
•
te drogen.
SERVICE:
Een onjuist gebruik, of een gebruik dat niet
•
overeenstemt met de gebruiksaanwijzing, kan
gevaar inhouden en doet de garantie en de
aansprakelijkheid van de fabrikant teniet.
GEBRUIKSAANWIJZING
ALVORENS HET GEBRUIK:
Verzeker U ervan dat al het verpakkingsmate-
•
riaal van het product verwijderd is.
GEBRUIK:
Het snoer helemaal afrollen alvorens de stek-
•
ker in het stopcontact te steken.
Zorg dat de elektriciteitsaansluiting stevig aan-
•
gesloten is in het apparaat.
Zet het apparaat zo dat de luchtstroom in de
•
gewenste richting waait.
Zet het apparaat aan door op een van de snel-
•
heidskeuzeknoppen te drukken.
Selecteer de gewenste temperatuur.
•
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
Zet het apparaat uit door de keuzeknop op 0
•
te zetten C.
Haal de stekker uit het stopcontact.
•
HET HAAR DROGEN:
Beweeg het apparaat in cirkels om zo de lucht
•
op een gelijke manier over het haar te verde-
len.
Om betere resultaten te verkrijgen, wordt de
•
minimumsnelheid aangeraden.
KOUDE LUCHT:
Deze functie geeft een stroom koude lucht om
•
het haar beter te vormen.
Om deze functie te gebruiken drukt U op de
•
knop voor koude lucht (E).
ACCESSOIRES:
LUCHTCONCENTRATOR (A):
Ontworpen om het haar te drogen en het kap-
•
sel te fixeren. Concentreert de luchtstroom op
een bepaalde zone.
Duw het accessoire op het apparaat tot U klik
•
hoort.
ACCESSOIRE DIFFUSOR (F):
Dit accessoire concentreert de luchtstroom op
•
een bepaald gebied.
Duw het accessoire op het apparaat tot U klik
•
hoort.
REINIGING
Trek de stekker van het apparaat uit en laat het
•
afkoelen alvorens het te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige
•
doek met een paar druppels afwasmiddel en
maak het apparaat daarna goed droog.
Gebruik geen oplosmiddelen of producten
•
met een zure of basische ph, zoals bleekwa-
ter, noch schuurmiddelen, om het apparaat
schoon te maken.
Zorg ervoor dat er geen water of andere vloei-
•
stof binnendringt door de verluchtingsope-
ningen om schade aan de functionele delen
binnenin het apparaat te voorkomen.
Dompel het apparaat niet onder in water of
•
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
DEFECTEN EN REPARATIE
Bij een defect, moet u het apparaat naar een
•
erkende technische dienst brengen. Probeer
het apparaat niet zelf te demonteren of te re-
pareren, want dit kan gevaarlijk zijn.
VOOR PRODUCTEN AFKOMSTIG
UIT DE EUROPESE UNIE EN/OF
INDIEN DE WETGEVING VAN HET
NL