4. wERKmODUSSChAKELAAR (zie I)
Status1: STILLE modus
Selecteer de STILLE modus wanneer u in
gewone omstandigheden maait, waarbij
ongeveer 20mm gras per keer wordt gemaaid.
Status2: Turbomodus
Stel de knop in op de Turbomodus wanneer u
dicht en hoog gras maait.
5. LAmPJES VOOR DE ACCUTOESTAND
(zie J)
OPmERKING: De lampjes geven de
toestand van de accu aan als de knop
van de accu wordt ingedrukt.
De lampjes tonen constant de toestand en de
conditie van de accu, en wel als volgt:
Druk op de knop "pOWERTEST" en het
verlichtingsknopje wordt verlicht.
Als de drie groene lichten branden, is de
batterij zeer sterk opgeladen.
Als twee groene lichten (
batterij matig opgeladen.
Als slechts één licht (
leeg.
Voordat u de nieuwe maaier voor het eerst
gebruikt, is het aan te bevelen dat de accu een
nacht aan de lader wordt gelegd om zeker te
weten dat de accu volledig opgeladen is.
BEANGRIJK
Als slechts één licht brandt, dan is
de accu te ver ontladen, zelfs al kan
er nog gras gemaaid worden. Gaat u
verder met grasmaaien terwijl de accu
in deze toestand is, dan vermindert u de
levensduur en de prestaties van de accu.
6. DE SNIJhOOGTE INSTELLEN (zie K)
wAARSChUwING! Stop en laat de
schakelaar los, voordat u de hoogte
verandert. De messen draaien na het
uitschakelen nog even door en een draaiend
mes kan letsel veroorzaken.
LET OP: Raak de draaiende messen niet
aan.
In het begin van het seizoen moet een hoge
Snoerloze graasmaaier
All manuals and user guides at all-guides.com
) branden, is de
) brandt, is de batterij
maaihoogte worden ingesteld.
De grasmaaier kan worden ingesteld op 6
maaihoogtes tussen 20mm en 70mm. Trek de
instelhendel voor de maaihoogte naar buiten
en stel de gewenste hoogte in.
7. INDICATOR VULNIVEAU GRASzAK
(zie L)
Om uw onmiddellijk te waarschuwen wanneer
de graszak vol is, beschikt de maaier over een
indicator op de bovenkant van de zak om de
vulstatus aan te geven. Dit ziet er als volgt uit:
Lege status: flap zwevend (a)
Volle status: flap omlaag (b)
8. AChTERAFVOER (zie m)
De grasmachine beschikt over een
achterafvoer zodat u het gras kunt maaien
zonder dat u een opvangbak nodig hebt.
Het afval wordt aan via de achterafvoer
verwijderd.
9. mAAITIPS
OPmERKING: inspecteer de oppervlakte
waar de maaier gebruikt moet worden
en verwijder alle stenen, stokken,
draad, botten en ander afval dat door
het draaiende mes weggeworpen zou
kunnen worden.
1) Maai evenwijdig aan hellingen, niet op en
neer. Wees zeer zorgvuldig als u op een
helling van richting verandert. Maai geen
steile hellingen. Zorg ervoor dat uw voeten
stevig staan.
2) Laat de schakelaar los om de maaier
"UIT" te schakelen als u over grind gaat
(steentjes kunnen door het mes worden
weggeworpen).
3) Zet de maaier op de hoogste snijhoogte als
u maait door ruwe grond of hoog onkruid.
Zou u te veel gras tegelijk verwijderen, dan
kan dat resulteren in het doorslaan van een
zekering, waardoor de maaier stopt.
4) Gebruikt u een graszak in het seizoen
waarin het gras snel groeit, dan kan het
gras zich ophopen in de uitwerpopening.
Laat de schakelaar los om de maaier "UIT"
99
NL