zaagdiepte is niet bruikbaar als er onder een hoek wordt gezaagd
door de mogelijke onnauwkeurigheid.
7
ZAAGGELEIDER
Er is een uitsteeksel (19) op de zaaggeleider aan de voorzijde van
de voetplaat (3) voor gebruik met een parallelle geleider (21). Voor
rechte sneden, gebruikt u de markering van 0
met de geleider te zagen. Voor een zaagsnede onder een hoek
van 45
gebruikt u de markering van 45
O
(21) stevig vast. Maak altijd een proefsnede om de instelling te
controleren.
8
PARALLEL GELEIDER AFSTELLEN
De parallel geleider wordt gebruikt om parallelle zaagsneden te
maken aan de rand ven het werkobject op een ingestelde afstand.
Schuif de parallelgeleiderarm (21) door de bevestigingspunten
om de gewenste zaagafstand te bereiken. Draai daarna de
schroef vast om de geleider vast te klemmen (Zie afb H ). Kan aan
beide zijden van de voetplaat gebruikt worden. De zaagafstand
wordt weergegeven op de schaalverdeling door de 0
markeringen. Probeer de instellingen altijd eerst uit op een
proefstukje.
9
UITLAAT VOOR ZAAGSEL
Om zaagsel te verwijderen,sluit u een geschikte externe
afzuigmachine aan, bijvoorbeeld een stofzuiger, op de uitlaat (13)
met behulp van de adaptor (20) en een flexibele slang. Zorg ervoor
dat de verbinding stevig vastzit (Zie I).
All manuals and user guides at all-guides.com
om evenwijdig
O
. Zet de parallelle geleider
O
of 45
O
O
Aanwijzingen voor het gebruik
van de cirkelzaag
Wordt de machine te heet, laat hem dan 2 à 3 minuten onbelast
draaien om de motor af te koelen. Gebruik de zaag niet langere tijd
bij een zeer lage snelheid.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het materiaal dat en
de materiaaldikte die gezaagd moet worden. De kwaliteit van de
snede wordt beter naarmate er meer zaagtanden op het zaagblad
zitten. Zorg er altijd voor dat het werkobject stevig vastgeklemd
zit om bewegingen te voorkomen. Ondersteun grote panelen
dicht bij de zaagsnede. Elke beweging van het materiaal kan de
kwaliteit van de snede beïnvloeden. Het zaagblad zaagt met een
opwaartse beweging en kan het bovenste oppervlak van de randen
van het werkobject versplinteren bij het zagen. Zorg ervoor dat het
bovenste oppervlak niet zichtbaar is als u klaar bent.
Wordt het materiaal te snel ingevoerd, dan vermindert dat de
prestaties van de machine en verkort het de levensduur van
het zaagblad.. Werk met de mooie kant van het materiaal naar
beneden om lelijke splinters te voorkomen. Gebruik alleen scherpe
zaagbladen van het juist type.
Een holte zagen (alleen zachte materialen) Voor deze bewerking
is veel handigheid nodig. Dit mag alleen worden gedaan door een
ervaren persoon.
Waarschuwing: De zaagbladen zijn tijdens deze bewerking
niet beschermd, zodat er zeer nauwkeurig gewerkt moet worden.
Teken het gebied af dat gezaagd moet worden. Stel de zaagdiepte
in. Zet de zaag boven het afgetekende gebied met de voorste rand
van de voetplaat op het werkstuk en de geleiding evenwijdig met
66