V - Aansluiting. Hierop wordt de elektrodeklem
aangesloten voor MMA-lassen.
S - Keuzetoets. Met elke korte druk worden de
twee- of viertaktfuncties geactiveerd, weergege-
ven door LED's U en T. (Deze keuze kan ook
worden gemaakt in de onderhoudsfuncties, punt 5 Trg).
U - LED. Geeft aan dat de tweetaktfunctie actief is.
T - LED. Geeft aan dat de viertaktfunctie actief is.
ONDERHOUDSFUNCTIES
Druk op de toets V en houd hem minstens 3 seconden
lang ingedrukt om het submenu te openen. Draai aan de
knop I om de functie te selecteren en gebruik de knop L
om het soort bewerking of de waarde te selecteren.
Druk de toets V kortstondig in en laat hem los om terug
te gaan naar het normale display.
1. Prc
Keuze van MIG- of MMA-modus.
2. AF
Actief tijdens MMA-lassen. Kan worden ingesteld
van 0 tot 100%. Stelt de intensiteit (Arc Force) van de boog
in, een waarde die wordt geregeld met de knop L.
3. HS
Actief tijdens MMA-lassen. Kan worden ingesteld
van 0 tot 100%. Stelt de geleverde overstroom (Hotstart)
bij het ontsteken van de boog in, een waarde die wordt
geregeld met de knop L.
4. Syn Actief tijdens MIG-lassen. Geeft aan dat het las-
apparaat in de synergische modus werkt.
5. Trg
Actief tijdens MIG-lassen. Keuze tussen 2-takt,
4-takt, 3 niveaus. 2t het apparaat begint te lassen wan-
neer de toortsschakelaar wordt ingedrukt en stopt wan-
neer de schakelaar wordt losgelaten. 4t druk de toorts-
schakelaar in en laat hem los om te beginnen met lassen;
om het lassen te onderbreken, moet u de schakelaar nog-
maals indrukken en loslaten. 3L dit proces is actief tijdens
synergische processen.
Vooral aanbevolen voor het lassen van aluminium. Er zijn
drie stroomniveaus beschikbaar. Deze kunnen tijdens het
lassen worden opgeroepen met de toortsschakelaar. De
stroom- en oploopinstellingen zijn:
SC startstroom (Hot Start). Kan worden ingesteld op 1 tot
200% van de lasstroom, een waarde die wordt geregeld
met de knop L.
Slo oploop (Slope). Instelbereik van 1 tot 10 seconden.
Bepaalt de oplooptijd van de eerste stroom SC tot de las-
stroom en de tweede stroom tot de derde stroom CrC
(kratervulstroom), een waarde die wordt geregeld met de
knop L.
CrC "Kratervulling". Kan worden ingesteld op 1 tot 200%
van de lasstroom, een waarde die wordt geregeld met de
knop L.
Het lassen begint wanneer de toortsschakelaar wordt
ingedrukt; de opgeroepen stroom is de startstroom SC.
Deze stroom wordt gehandhaafd tot de toortsschakelaar
wordt ingedrukt; wanneer de schakelaar wordt losgela-
ten, verandert de eerste stroom in de lasstroom die is
ingesteld met de knop I. Deze wordt gehandhaafd tot de
toortsschakelaar opnieuw wordt ingedrukt. De volgende
keer dat de toortsschakelaar wordt ingedrukt, verandert
de lasstroom in de derde stroom CrC. Deze blijft actief
zolang de toortsschakelaar ingedrukt blijft. Het lassen
stopt wanneer de schakelaar wordt losgelaten.
6. HSA (automatische Hot Start).
Deze functie is niet beschikbaar wanneer de functie 3L
actief is en werkt alleen met synergische programma's.
Nadat de functie is ingeschakeld met de knop L, kan de
lasser het niveau van de startstroom SC (Hot Start) rege-
len. Dit kan worden ingesteld op 1 tot 200% van de las-
stroom, een waarde die wordt geregeld met de knop L.
De duur ScT van deze stroom kan worden ingesteld van
0,1 tot 10 seconden.
De Slo-tijd voor het omschakelen van de SC-stroom naar de
lasstroom kan worden ingesteld van 0,1 tot 10 seconden.
7. SP (proplassen).
Deze functie is niet beschikbaar wanneer de functie 3L
actief is.
Wanneer de functie SPt (proplastijd) wordt gekozen, kan
de proplastijd worden ingesteld van 0,3 tot 5 seconden.
Wanneer de functie int (intervaltijd) wordt ingeschakeld,
kan de pauze tussen twee proplassen worden ingesteld
van 0,3 tot 5 seconden.
8. PrF (gasvoorstroomtijd). Actief in alle MIG-processen.
Het instelbereik is 0 tot 10 seconden.
9. PoF (gasnastroomtijd). Actief in alle MIG-processen.
Het instelbereik is 0 tot 30 seconden.
10. Acc (Soft Start). Actief in alle MIG-processen. Het
instelbereik is 0 tot 100%. Dit is de aanvoersnelheid van
de draad, uitgedrukt als percentage van de ingestelde
draadaanvoersnelheid, voordat de draad het werkstuk
raakt. Deze instelling is belangrijk met het oog op een
goede start.
Fabrieksinstelling "Au" automatisch.
De waarde kan worden gewijzigd met de knop L. Als u na
het wijzigen van de waarde wilt teruggaan naar de oor-
spronkelijke instellingen, drukt u op de toets V tot de mel-
ding "Au" opnieuw verschijnt op het display N.
11. BB (burn-back). Actief in alle MIG-processen. Het
instelbereik is 0 tot 100%. Bepaalt de lengte van de las-
draad die uit de contacttip komt na het lassen.
Hoe hoger het nummer, hoe meer de draad terugbrandt.
Fabrieksinstelling "Au" automatisch.
12. L (smoorspoelregeling). Actief in alle MIG-processen.
Het instelbereik is -9.9 tot +9.9. Nul is de fabrieksinstel-
ling. Als het getal negatief is, daalt de smoorspoelregeling
en wordt de boog harder; bij een hoger getal wordt de
boog zachter.
13. ITO. (time-out tornen). Actief in alle MIG-processen.
Deze functie heeft tot doel het lasapparaat te stoppen als
de draad uit de toorts komt zonder dat er stroomtoevoer is.
51