NEDERLANDS
3
5
Verwijder filter (A).
Reinig het filter met
water.
4
Draai om de filters
(B) en (C) te verwij-
deren de hendel
naar links. Haal fil-
ter (B) en (C) uit elk-
aar. Reinig de filters
met water.
6
D
Zet het filter (A) te-
rug in de startposi-
tie. Zorg ervoor dat
ze goed worden
gemonteerd onder
de twee geleiders
(D).
7
Een onjuiste plaatsing van de filters
kan leiden tot slechte wasresultaten en
het apparaat beschadigen.
Het filter van de toevoerslang
schoonmaken
1
Draai de water-
kraan dicht.
3
Reinig het filter van
de toevoerslang.
65
8
Zet filters (B) en (C)
in elkaar. Plaats ze
op hun plek in filter
(A). Draai de hen-
del rechtsom draai-
en tot het vastzit.
2
A
B
Maak de slang los.
Druk op de hendel
B en draai de sluiter
A rechtsom.
4