NL
5.1.5
Vullen en verwarmen
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, begint het te vullen. Eerst wordt de spoelboiler gevuld en
daarna de waskuip. Het vulproces kan enkele minuten duren. Zodra de waskuip vol is, begint de boiler
op te warmen en als deze warm is, wordt de kuip verwarmd. Hoewel het mogelijk is om het wasproces
te starten, wordt dit niet aanbevolen, omdat het water in de machine nog niet op de ideale temperatuur
is.
Bij G (Fig.7) en GM-modellen (Fig.8), wanneer de machine de optimale wastemperatuur bereikt, gaat
er een groen led-lampje branden, terwijl bij GT-modellen (Fig. 9) de bedrijfstemperatuur kan worden
weergegeven op de display (O en P).
De temperatuur in de boiler moet tussen 82-90 ºC en in de tank tussen 57-62 ºC liggen (zie afbeelding).
Het wordt aanbevolen om het water in de vaatwasser elke 40/50 wasbeurten of tweemaal per dag te
verversen.
De deur moet gesloten zijn voordat de machine kan beginnen met vullen. Om
veiligheidsredenen zal de machine niet vullen als de deur open is.
De machine die u hebt gekocht, heeft een veiligheidsthermostaat in de boiler en een andere voor de
kuip, zodat bij het uitvallen van een van de hoofdthermostaten de veiligheidsthermostaten de
overeenkomstige verwarming uitschakelen.
Tijdens de eerste opwarming van de dag kan de ketel een hogere temperatuur bereiken dan
hierboven genoemd vanwege de traagheid van de verwarming. Dit is normaal. Als u ziet dat
onder druk staande stoom uit de mondstukken van de sproeiarm komt, terwijl de boiler aan
het verwarmen is, moet de technische service op de hoogte worden gesteld.
5.1.6
Voorbereiding van de vaat
Alvorens u de vaat gaat wassen, moeten de voorbereidende stappen hieronder worden gevolgd:
Verwijder de grootste etensresten van de vaat voordat u ze in de korven plaatst.
Was het glaswerk eerst.
Plaats de borden in het rek/de korf.
Plaats de glazen ondersteboven.
Plaats het bestek in de bestekmanden met de handgrepen naar beneden. De verschillende
stukken bestek kunnen door elkaar worden geplaatst.
Plaats de bestekmanden in de onderste korven.
5.1.7
De wascyclus selecteren
Voordat u de wascyclus start, plaatst u de overeenkomstige korf met de vaat in de machine en sluit u
de deur. In modellen uit de G-serie (Fig. 7) moet een wascyclus worden geselecteerd om de was te
starten. Elke wascyclus komt overeen met een wastijd die moet worden geselecteerd volgens de
gebruikersvereisten. Druk vervolgens op START en de wascyclus zal automatisch starten.
Om het wasproces bij GM (Fig. 8) en GT-modellen (Fig. 9) te starten, selecteert u de wascyclus die u
wilt uitvoeren door op een van de drie cycli te drukken. Elke wascyclus (90s / 120s / 180s) komt
overeen met een wastijd die moet worden geselecteerd aan de hand van
De deur moet gesloten zijn voordat de machine kan beginnen met de wascyclus. Om
veiligheidsredenen zal de wascyclus niet starten, als de deur open is.
5.1.8
Thermostop
GM (Fig. 8) en GT-modellen (Fig. 9) hebben de thermostopfunctie. De thermostop garandeert een
constante spoeling bij een temperatuur van 85 ⁰C. Dit betekent dat de machine blijft wassen tot de
boiler de ideale temperatuur heeft bereikt. Daarna begint de spoelcyclus.
5.1.9
De wascyclus stoppen en het einde van de wascyclus
De wascyclus kan op de volgende manieren worden gestopt:
Door de machine uit te schakelen → stopt de cyclus volledig.
Door de deur te openen → als de deur gesloten wordt, gaat de cyclus verder.
Verwijder aan het einde van de wascyclus de korf en laat de vaat op een natuurlijke manier drogen.
Haal het vaatwerk met schone handen uit de korf, pas op dat u zichzelf niet verbrandt, want het
vaatwerk is heel erg warm.
108