1.2 Installatie in Windows
1. Zet de computer aan. Bij het starten van
Windows verschijnt de wizard "Nieuwe
hardware gevonden". Klik op "Annuleren".
2. Plaats de bijgeleverde cd.
3. Voer het bestand uit via het pad "D:\Setup.exe"
(waarbij "D" staat voor uw cd-romstation).
4. Selecteer "I accept the terms..." en klik
vervolgens op "Next".
5. Klik op "Next", vervolgens op "Next" en dan
op "Install".
6. Klik op "Finish".
7. Start Windows opnieuw op.
De kaart is nu geïnstalleerd en klaar voor
gebruik.
1.3 Installatie in Windows
1. Zet de computer aan. Bij het starten van
Windows verschijnt de wizard "Nieuwe
hardware toevoegen". Klik op "Annuleren".
2. Plaats de bijgeleverde cd.
3. Voer het bestand uit via het pad "D:\Setup.exe"
(waarbij "D" staat voor uw cd-romstation).
4. Selecteer "I accept the terms..." en klik
vervolgens op "Next".
5. Klik op "Next" en vervolgens op "Install".
6. Klik op "Finish".
7. Start Windows opnieuw op.
®
XP
®
2000
2 LED's op de kaart
De kaart heeft twee LED's die de status van de
kaart aangeven.
"Link" (groen) – geeft een verbinding met een
ander netwerkapparaat aan, d.w.z. dat de kaart
een signaal ontvangt.
"Tx/Rx" (geel) – geeft aan dat er dataverkeer
plaatsvindt via de kaart.
3 De kaart configureren
3.1 Verbinding maken met een draadloos
netwerk
Breng op de volgende manier een verbinding
tot stand met een draadloos apparaat:
1. Dubbelklik op het pictogram "Ralink Wireless
Lan Card" in de systeem-tray rechtsonder op
het scherm.
2. Selecteer het tabblad "Profile" en klik op
"Add".
3. Voer onder "Profile Name" de gewenste naam
in voor het profiel.
4. Selecteer onder "SSID" het netwerk waarmee
u verbinding wilt maken.
5. Selecteer op het tabblad "Authentication and
Security" de gewenste beveiligingsconfiguratie
(zie sectie 3.2). Klik op "OK".
3.2 Netwerkbeveiliging
Om uw netwerk tegen ongeautoriseerde toegang
te beveiligen, raden wij u aan het "WEP"-
beveiligingsprotocol in te schakelen. Deze functie
beschermt geregistreerde gebruikers van het
draadloze netwerk tegen ongeautoriseerde
toegang van derden. Iedere computer binnen
het draadloze netwerk krijgt een id en een
bijbehorende 64- of 128-bitcode toegewezen.
9