►7.1.5. Zet de schakelaar "I/0" op de stand
en
"I" (FIG. 15). De heater moet binnen enkele
seconden aangaan. Als de heater niet opstart,
it
raadpleegt u de paragraaf "12. EEN PROBLEEM
UITZOEKEN".
de
►7.1.6. Bij modellen met omgevingsthermostaat
controleert u de stand van de knop (FIG. 16).
es
N.B.: WANNEER DE HEATER UITGAAT OMDAT
fr
DE BRANDSTOF OP IS, MOET U DE TANK
BIJVULLEN EN DE HEATER RESETTEN (ZIE
nl
PARAG. 7.2.).
BELANGRIJK: Bij indirecte modellen kunnen
pt
de verbrandingsproducten naar buiten worden
gekanaliseerd. VOER DE KANALISERING
da
UIT VOLGENS DE GELDENDE NORMEN EN
fi
RESPECTEER DE AANWIJZINGEN VERMELD
IN HET BETREFFENDE DEEL VAN DEZE
no
HANDLEIDING.
sv
►►7.2. RESET VAN DE HEATER:
Wanneer er zich een storing in de normale werking
pl
voordoet, gaat de heater over naar blokkering.
Wanneer de resetknop continu rood oplicht (FIG. 17),
ru
betekent dit dat de heater gereset moet worden. Om
cs
de heater te resetten drukt u de resetknop helemaal in
(FIG. 18). Voordat U de heater in werking gaat stellen,
hu
dient u de oorzaak op te sporen en op te lossen die
de blokkering heeft voortgebracht (bijvoorbeeld
sl
verstopping van de luchtinlaat en/of van de luchtafvoer,
stilstand van de ventilator, enz.). Wanneer u er niet in
tr
slaagt het probleem op te lossen dat de blokkering
heeft veroorzaakt, moet u een interventie door de
hr
technische dienst laten uitvoeren.
lt
►►7.3. UITSCHAKELING VAN DE
lv
HEATER:
Zet de schakelaar "I/0" op de stand "0" (FIG. 19).
et
De vlam gaat uit en de ventilator blijft werken tot
de verbrandingskamer volledig is afgekoeld. De
ro
stekker niet uittrekken tot de koelcyclus is
voltooid.
sk
8. REINIGING VAN DE
bg
FILTERS
uk
AFHANKELIJK
VAN
BRANDSTOF DIE GEBRUIKT WORDT, KAN HET
bs
NODIG ZIJN OM DE FILTERS TE REINIGEN:
el
►►8.1. LAADFILTER (FIG. 20):
zh
►8.1.1. Verwijder de dop (A) van de tank.
►8.1.2. Haal de filter (B) uit de tank.
►8.1.3. Reinig de filter (B) met schone brandstof,
let op dat u de filter niet beschadigt.
►8.1.4. Monteer de filter (B) opnieuw in de tank.
►8.1.5. Sluit de dop (A).
►►8.2. AANZUIGFILTER, (FIG. 21)
NAARGELANG HET MODEL:
►8.2.1. Haal de filter (A) uit de zitting.
DE
HOEVEELHEID
►8.2.2. Maak de buisklemmen (B) los.
►8.2.3. Haal de buizen (C) eruit.
►8.2.4. Vervang de filter (A) door een origineel
wisselstuk.
►8.2.5. Monteer de buizen (C) opnieuw.
►8.2.6. Breng de buisklemmen (B) opnieuw aan.
►8.2.7. Plaats de filter (A) in zijn oorspronkelijke
zitting terug.
►►8.3. AANZUIGFILTER, (FIG. 22)
NAARGELANG HET MODEL:
►8.3.1. Verwijder de beker (A).
►8.3.2. Haal de filter (B) uit de beker, let erop dat u
de pakkingen met zorg bewaart.
►8.3.3. Reinig de filter (B) met schone brandstof,
let op dat u de filter niet beschadigt.
►8.3.4. Monteer de filter (B) opnieuw in de beker.
►8.3.5. Monteer de beker (A) opnieuw, let erop dat
u de pakkingen correct opnieuw monteert.
►►8.4. FILTER BRANDSTOFPOMP:
Zie programma preventief onderhoud.
9. BEWARING EN TRANSPORT
WAARSCHUWING: Bij het verplaatsen, moet
u de heater stoppen (ZIE PARAG. 7.3.), de
elektrische voeding uitschakelen door de
stekker uit het stopcontact te halen (FIG.
23), wachten tot de verwarmer volledig is
afgekoeld en controleren of de dop van de
tank goed gesloten is om te vermijden dat
er brandstof naar buiten komt. Wanneer u de
heater verplaatst, dient u die in horizontale
positie te houden.
OM
DE
HEATER
TE BEWAREN, IS HET AANBEVOLEN DE
VOLGENDE PROCEDURE TE VOLGEN:
►9.1. Maak de brandstoftank leeg door de
aflaatdop aan de onderkant van de tank weg te
nemen (FIG. 24-25). Verwijder de brandstof op
de correcte wijze, in overeenstemming met de
geldende normen.
►9.2. Indien u vaststelt dat er residuen zijn, giet u
zuivere brandstof in de tank en laat u die opnieuw
af.
►9.3. Sluit de aflaatdop en de dop van de tank.
►9.4. Om de heater in goede staat te bewaren,
is het aanbevolen om die op te bergen op een
droge plaats, beschut tegen mogelijke externe
schade.
10. AANSLUITING
OMGEVINGSTHERMOSTAAT
Bij modellen waar de aansluiting van een thermostaat
is voorzien, verwijdert u de dop die op de heater is
aangesloten en sluit u de omgevingsthermostaat
(optie) aan (FIG. 26-27).
ZO
GOED
MOGELIJK